This lesson contains 100 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 8
Elektriciteit
Vanaf blz 72 en verder
Slide 1 - Slide
Symbolen niet leren
Maar weten dat je de antwoorden vind
op blz 12 in de Binas
Slide 2 - Slide
Gesloten stroomkring
Slide 3 - Slide
Stroommeter
Stroomsterkte geef je aan in Ampère (A)
= dus Ampèremeter
Slide 4 - Slide
serie- en parallelschakeling
Kenmerken van een serieschakeling
Alle onderdelen zitten in dezelfde stroomkring.Als één onderdeel kapot is, werken de andere onderdelen ook niet meer.
Slide 5 - Slide
serie- en parallelschakeling
Kenmerken van een serieschakeling
De stroomsterkte door ieder lampje is gelijk aan
de stroomsterkte door de bron. I
Slide 6 - Slide
serie- en parallelschakeling
Kenmerken van een parallelschakeling:
Elk onderdeel zit in een aparte
stroomkring.
Als één onderdeel kapot is, blijven de andere onderdelen werken
Slide 7 - Slide
serie- en parallelschakeling
Kenmerken van een parallelschakeling:
De stroom door de spanningsbron is de som van
de stromen door de lampjes.
Slide 8 - Slide
Vermeningvuldigingsfactoren
m = milli = : 1000
Dus van A --> mA = x 1000
Dus van mA --> A = : 1000
Slide 9 - Slide
Maken + huiswerk
Vraag 1 t/m 14
blz 76 t/m 86
Als er rustig gewerkt word zullen wij de derde les deze week een practicum gaan doen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
8.2 Spanning
Blz. 88 en verder
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Spanning meten
Doen we met een spanningsmeter
Spanning geef je aan in volt (v)
Dus dit ding heet een voltmeter
Te herkennen aan de grote V in het scherm
Slide 22 - Slide
Hoe sluit ik de volt meter aan:
Slide 23 - Slide
Maken NU in de les
9.2 vraag 1, 2, 3 en 4
Lees daarvoor ook goed de tekst op blz 88 en 89
Slide 24 - Slide
Soorten schakelingen
Slide 25 - Slide
Schakeling met
1 lampje
Nu gaan we de spanning meten. Bouw de schakeling zoals op de tekening.
De voltmeter staat parallel geschakeld met het lampje.
Slide 26 - Slide
Maken nu in de les
5, 6 en 7
Als klaar start dan in tweetallen (dus niet met 3):
Proefje 1
Slide 27 - Slide
Nu maken in de les + huiswerk
Maak proef 2
Daarna vraag 8, 9 en 10
Controlleer goed of je alle vragen van 8.1 en 8.2 goed hebt gemaakt en of ze in je boek staan.
Slide 28 - Slide
Nakijken 8.2
8.2 Spanning
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
8.3 Energieverbruik
Bladzijde 99 t/m 114
Zelfstandig maken vraag 3 t/m 21
Slide 40 - Slide
Leerdoelen
Slide 41 - Slide
Vermogen
Vermogen = het totaal aantal energie dat een apparaat per seconde gebruikt.
Dit is aangegeven in Watt (W)
1 W = 1000 mW
1 mW = 0,001 W
Slide 42 - Slide
Hoe reken ik watt uit en milliWatt
van W(att) naar mW = ...... X 1000 = antwoord
van mW naar W(att) = ....... : 1000 = antwoord
Maken en goed oefenen vraag 1 t/m 5 in je boek.
Niet af niet weg.....
Slide 43 - Slide
Vermogen berekenen
Vermogen = spanning X stroomsterkte
Spanning = als Volt (V)
Stroomsterkte = als ampère (A)
Je berekend dan vermogen en dat is Watt
Slide 44 - Slide
Door rekenen
Vermogen = spanning X Stroomsterkte
Stroomsterkte = Vermogen : Spanning
Spanning = Vermogen : stroomsterkte
Spanning = volt = V
Stroomsterkte = Ampère = A
Vermogen = Watt = W
Slide 45 - Slide
Oefenen en verplicht maken
Vraag 6, 7, 8, 9 en 10
blz. 104, 105 en 106
Slide 46 - Slide
Energie
kWh-meter = kiloWattuurmeter
ENERGIE = VERMOGEN x TIJD
De hoeveelheid energie die een apparaat verbruikt meet je in kilowattuur
Maken vraag 11, 12, 13, 14, 15
Slide 47 - Slide
Nakijken 9.3
Antwoorden staan in deze lessonup:
Slide 48 - Slide
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Slide 51 - Slide
Slide 52 - Slide
Slide 53 - Slide
Slide 54 - Slide
Slide 55 - Slide
Slide 56 - Slide
Slide 57 - Slide
Slide 58 - Slide
Slide 59 - Slide
Slide 60 - Slide
Slide 61 - Slide
Slide 62 - Slide
Slide 63 - Slide
4. Rendement & Capaciteit
blz 114 en verder
Slide 64 - Slide
Leerdoelen:
Slide 65 - Slide
Belangrijke woorden deel 1
Rendement = De energie die een apparaat (bv een lamp) omzet in nuttige energie (licht)
Energie verlies = Energie die je niet nodig hebt (bv. de warmte die een lamp ook geeft)
Maken vraag 1 t/m 8
Slide 66 - Slide
Slide 67 - Slide
Slide 68 - Slide
De Accu
= Chemische energie opgeslagen
Capaciteit = stroomsterkte * tijd
De totale hoeveelheid energie die een accu kan leveren
Slide 69 - Slide
Capaciteit
De capaciteit van een batterij geeft aan hoeveel energie er in opgeslagenkan worden.
Een iPhone 13 batterij heeft een capaciteit van 3.722 mAh
Slide 70 - Slide
De formules die hierbij horen:
rendement = ( nuttig afgestane energie / totaal opgenomen energie ) * 100%
weerstand=stroomsterktespanning
vermogen=spanning⋅stroomsterkte
energieverbruik=vermogen⋅tijd
capaciteit=stroomsterkte⋅tijd
Slide 71 - Slide
Slide 72 - Slide
Ah?
Ah = ampère-uur
bv 40 Ah --> bij een stroomsterkte van 4 ampère duurt het 10 uur (h) voor dat de accu leeg is
Slide 73 - Slide
Batterij
al geladen
spanning word gekregen door een scheikunde reactie in de batterij
kan je niet opnieuw opladen
Slide 74 - Slide
Oplaadbare battarij
Batterij is een soort mini accu
Met een hele kleine capaciteit. -->mAh (milliampère-uur)
Je vindt ze in je telefoon, Ipad en oplaadbare speakers
1 Ah =1000 mAh
1 mAh = 0,001
Slide 75 - Slide
Sommige bij battarijen
tijd = capaciteit : stroomsterkte
+
van mAh --> Ah = ......... : 1000
van Ah --> mAh = .......... X 1000
Slide 76 - Slide
Slide 77 - Slide
Slide 78 - Slide
Slide 79 - Slide
Slide 80 - Slide
Slide 81 - Slide
Slide 82 - Slide
Slide 83 - Slide
Slide 84 - Slide
Klaar?
Nu goed leren voor de toets.
Nog een keer oefenen met alle vragen kan heel erg helpen.
leren blz 72 t/m 124
Slide 85 - Slide
8.5 Elektrische Apparaten
Leerdoelen:
Elektriciteitsdraden
Gevaren elektriciteit
Kortsluiting
Randaarde
Dubbele isolatie
Transformator
Slide 86 - Slide
Fasedraaden nuldraad
Bruin - fasedraad - 230V
Blauw - nuldraad - 0V
Groen/Geel - aardedraad - 0V
Zwart - schakeldraad - alleen als deze 'aan' staat.
Slide 87 - Slide
Gevaren van elektriciteit
Slide 88 - Slide
Kortsluiting
Slide 89 - Slide
Hoe ben je beschermd tegen stroom?
Randaarde
Lekkende stroom gaat niet door je lichaam,
maar via de geelgroene aardedraad
direct naar de aarde.
Slide 90 - Slide
Enkele/dubbele isolatie
Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.
Slide 91 - Slide
Toepassing transformator
In veel alledaagse onderdelen zit een transformator, zoals de adapter van je telefoon/tablet/laptop. De transformator zet de wisselspanning van 230 V om in een lagere gelijkspanning van bijv. 5 V.
Slide 92 - Slide
condensator
spoel /transformator
weerstand
Slide 93 - Slide
Aan de slag
Wat? Opdracht 1 t/m 15
Waar? BLZ 126 t/m 132
Klaar? Test jezelf van 8.5!
Slide 94 - Slide
8.6 De huisinstallatie
Leerdoelen:
Overbelasting
Groepenkast -> Zekeringen
Aardlekschakelaar
Slide 95 - Slide
Wat zit er in de meterkast?
Hoofdzekering:
Controleert of er niet te veel stroom het huis ingaat.
Kilowattuur-meter:
Deze meet hoeveel elektrische energie je in huis gebruikt.
Aardlekschakelaar:
Deze controleert of er ergens in huis stroom lekt.
In dat geval verbreekt het de stroomkring.
Slide 96 - Slide
Wat zit er in de meterkast?
Groepenkast:
Een groep verzorgt de elektriciteit voor een deel van het huis.
Iedere groep is beveiligd met een zekering.
Een zekering verbreekt de stroomkring, als er teveel stroom wordt verbruikt in een groep.
Slide 97 - Slide
Overbelasting
Als er teveel apparaten aanstaan in een groep, ontstaat overbelasting.
De kabels worden zo heet dat er brand kan ontstaan.