Economie 6.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Economie 6.3

Lesplanning

• Huiswerk controle 6.2 
• Controle vragen over 6.2
• Lesdoelen voor 6.3 
• Uitleg over 6.3 
• Aan de slag met 6.3 
• Controle over 6.3 

Huiswerk controle van 6.2

Huiswerk niet af! Heel simpel dat betekent een uur nakomen! 

Wat is de prijs die je in de winkel betaalt?

1. Verkoopprijs
2. Consumentenprijs
3. Inkoopprijs
4. Belastingprijs

Bedrijf die zo goedkoop mogelijk wil produceren en verkopen aan zo een breed mogelijk doelgroep. Welk bedrijf heeft dit bedrijfsbeleid

1. Action
2. Hema
3. Bruna

Lesdoelen

• Ik kan uitleggen wat vraag en aanbod is 
• Het verschil tussen omzet en afzet herkennen, ook omzet berekenen 
• Ik kan uitleggen wat marktaandeel is 
• Ik kan uitleggen hoe je marktaandeel vergroot 
• Ik weet het verschil tussen brutowinst en nettowinst die beide ook kunnen berekenen

Vraag en aanbod op de markt

• Vraag: de hoeveelheid producten die mensen willen kopen

• Aanbod: is alles wat producenten te koop aanbieden 

Verkoop 

• Afzet: aantal producten die je verkoopt

• Omzet: het geld dat je in totaal ontvangt bij je verkopen 

• Formule omzet= afzet*verkoopprijs

Met marketing meer marktaandeel

• Marktaandeel: Het deel van de markt dat een onderneming weet te veroveren met haar product of dienst
• Hoe vergroot je marktaandeel door de 6 p's  

1. prijs: zo goed mogelijk 
2. product: aantrekkelijk mogelijk maken
3. plaats: waar verkoop je fysiek of online 
4. promotie: hoe zorg je ervoor dat mensen weten dat je product bestaat
5. personeel: hoe houdt je je personeel tevreden (loon)
6. presentatie: hoe ziet je winkel of website eruit

Hoeveel houd je over 

• Inkoopwaarde: het bedrag dat je betaalt voor je inkopen

Formule= afzet* inkoopprijs 

• Brutowinst= omzet - inkoopwaarde
• nettoresultaat= brutowinst - bedrijfskosten

Aan de slag

• Ik ga aan de slag met opdracht 1 t/m 12 van 6.3
• Ik ga dat op fluisterniveau met degene naast mij
  
• Als ik hulp nodig heb vraag ik de docent om hulp
  
• Ik heb tot 10:00 de tijd voor de opdrachten
  
• Als ik klaar ben heb ik geen huiswerk voor Dindsdag
• Als ik klaar ben met de opdrachten komt de docent het controleren! 

Welke hoort niet bij het begrip aanbod

1. supermarkt
2. tuincentrum
3. consument
4. autofabrikant