What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
H5 Herhaling
H5 Hoe werkt de overheid?
§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.
§ 5.2 De overheid en de economie.
§ 5.3 Zijn wij sociaal?
§ 5.4 Geld genoeg?
Herhaling
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H5 Hoe werkt de overheid?
§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.
§ 5.2 De overheid en de economie.
§ 5.3 Zijn wij sociaal?
§ 5.4 Geld genoeg?
Herhaling
Slide 1 - Slide
Collectieve sector
(= publieke sector)
Particuliere sector
(= marktsector)
overheid en instellingen
voor de sociale zekerheid
burgers en bedrijven
VERSCHIL?
Particuliere sector streeft naar winst!!!
marktwerking
bedrijven concurreren met elkaar, bijv. door lagere prijzen of betere kwaliteit producten
Slide 2 - Slide
Privatiseren
Voordelen:
- Minder kosten voor de overheid.
- Prijzen
kunnen dalen
door
marktwerking (concurrentie).
Nadelen:
- Overheid verliest controle.
- Sommige activiteiten worden
te
duur
of niet meer aangeboden.
Slide 3 - Slide
Indeling economisch bestel van landen:
We onderscheiden:
planeconomie - sociale markteconomie - vrijemarkteconomie
Slide 4 - Slide
BBP = Bruto Binnenlands Product
totale waarde van alle geproduceerde
goederen en diensten in een land
=
Nationaal inkomen = het totale inkomen van een land
(alle winsten van bedrijven en inkomens van werknemers)
Slide 5 - Slide
Accijns en subsidie
Wil de overheid iets
afremmen?
Wil de overheid iets stimuleren?
Accijns
Subsidie
Slide 6 - Slide
Bijstands-
uitkering
AOW
Wlz
WW
WIA
Slide 7 - Slide
Directe belastingen
Indirecte belastingen
betaal je rechtstreeks aan
de overheid, bijv.
- loonbelasting
- inkomstenbelasting
- winstbelasting
- vennootschapsbelasting
(= belasting over inkomen, winst en vermogen)
zitten in de prijs van een product verwerkt, bijv.
- btw
- accijns
- toeristenbelasting
- energiebelasting
(= kostprijsverhogende belastingen)
Slide 8 - Slide
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?
Slide 9 - Slide
De collectieve sector noemen we
ook wel de .......
A
de private sector
B
de particuliere sector
C
de publieke sector
D
de marktsector
Slide 10 - Quiz
Waaruit bestaat de particuliere sector?
A
bedrijven
B
bedrijven en burgers
C
overheidsinstellingen
D
sociale zekerheids-instellingen
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we overdragen van instellingen van de collectieve sector naar de particuliere sector?
A
Privatisering
B
Nationalisering
C
Markwerking
D
Subsidiëring
Slide 12 - Quiz
Door marktwerking zullen de
prijzen meestal ....
A
stijgen
B
dalen
Slide 13 - Quiz
Waarvoor staat de afkorting bbp?
A
bruto buitenlands product
B
bruto binnenlands product
C
bruto buitenlands productie
D
bruto binnenlands productie
Slide 14 - Quiz
Welke uitkering ontvang je als je (buiten je schuld om) werkloos wordt?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
Wlz
Slide 15 - Quiz
Sociale voorzieningen worden betaald met ...
A
sociale premies
B
belastinggeld
Slide 16 - Quiz
Wat gebeurt er met de overheidsfinanciën als er
economische groei is?
A
overheidsuitgaven dalen + overheidsinkomsten stijgen
B
overheidsuitgaven dalen + overheidsinkomsten dalen
C
overheidsuitgaven stijgen + overheidsinkomsten dalen
D
Er gebeurt helemaal NIETS met de overheidsfinanciën
Slide 17 - Quiz
Juist of onjuist?
De Rijksbegroting gaat over het lopende (= dit) jaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Als er een begrotingstekort is, kan de overheid dit oplossen door ...
A
meer uit te geven
B
meer te lenen
C
minder belasting te heffen
Slide 19 - Quiz
Direct of indirect?
Loonbelasting is ...
A
direct
B
indirect
Slide 20 - Quiz
Direct of indirect?
Accijns is ...
A
direct
B
indirect
Slide 21 - Quiz