Yuverta
‹Return to search

paragraaf 3 vermogen en energie

paragraaf 3 vermogen en energie
1 / 8
next
Slide 1: Slide
naMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

paragraaf 3 vermogen en energie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

vermogen.
Elk apparaat heeft staan hoeveel elektrische energie het per seconde gebruikt. Dit noemen we Vermogen.

De grootheid is vermogen
Het symbool is P 
De eenheid is watt
Het symbool is W

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

rekenen met vermogen.
vermogen = spanning x stroomsterkte

P = U x I

voorbeeld:
fietslampje heeft 6 V en 0,1  A
Wat is het vermogen?

P = U x I
P= 6 x 0,1
P = 0,6 W

Slide 6 - Slide

het elektrische energie verbruik meten.
in elk huis heb je een elektrische energie meter. 

Deze meter meet het verbuik in kilowattuur. ( aantal kilowatt per uur )
symbool --> kWh

Slide 7 - Slide

elektrische energieverbuik berekenen
We kunne het verbruik ook meten. 

Weet je het vermogen en de tijd dat hij gebruikt is dan kan je het energieverbruik bepalen.

energieverbruik = vermogen x tijd

E = P x T

Slide 8 - Slide