T6 P5 gezonde luchtwegen

Welke spieren gebruik je bij Ribademhaling? EN wanneer span je ze aan, en wanneer ontspan je ze?
1 / 13
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welke spieren gebruik je bij Ribademhaling? EN wanneer span je ze aan, en wanneer ontspan je ze?

Slide 1 - Open question

Welke twee spiergroepen gebruik je bij een diepe middenrifademhaling?

Slide 2 - Open question

Wat kun je zeggen over de samenstelling van de lucht die je inademt, in vergelijking met de lucht die je uitademt?

Slide 3 - Open question

Programma vandaag:
  • Paragraaf 5, gezonde luchtwegen
-->Astma, COPD, Hooikoorts, Allergie
  •   Tentamentips

Leerdoel van de les:
  • Je moet kunnen omschrijven wat er aan de hand is bij astma, COPD, allergie en hooikoorts.

Slide 4 - Slide

Astma
Het is een chronische ziekte dat betekent dat het een ziekte is die niet meer over gaat.
Tijdens een astmatische aanval gebeuren er 3 dingen:
  • De wanden van de luchtpijptakjes raken ontstoken en zwellen op
  • De kringspieren om de luchtpijp takjes trekken samen waardoor de doorgang ook nauwer wordt
  • De slijm producerende cellen maken teveel slijm aan.

Slide 5 - Slide

Astma

Slide 6 - Slide

COPD
Chronische ziekte die meestal komt door roken.
Lijkt zeer op Astma:
  • Ontstoken wanden van de luchtpijptakjes
  • Verdikte slijmlaag(rokers hoestje)
  • Beschadiging van luchtpijptakjes en longblaasjes
hierdoor neemt de rekbaarheid af en kunnen ze deels dicht komen te zitten.

Slide 7 - Slide

Hooikoorts
Allergie voor stuifmeelkorrels.
Het slijmvlies raakt geïrriteerd, je gaat tranen en niezen om dit stuifmeel weer weg te krijgen. 

Slide 8 - Slide

Allergieën
Als je ergens allergisch voor bent dan denkt je lichaam dat een onschadelijk stofje wel gevaarlijk is. 
Je lichaam denkt dat het ziekte verwekkers zijn en gaat (in te extreme mate) proberen die ziekte verwekkers aan te vallen. 
Dit noemen we een allergische reactie.

Denk aan hooikoorts, voedselallergie, make-up of huisstofmijt

Slide 9 - Slide

TentamenTips
  1. Probeer altijd antwoord te geven. 

(duurt het te lang, sla hem dan even over en kom er later bij terug)

Slide 10 - Slide

TentamenTips
2. Controleer na elke vraag/antwoord of je de vraag goed hebt begrepen en beantwoordt. 

"is dit wat ze vragen? of willen ze een ander antwoord zien?"
(bv. biomassa: kilo of %?)

Slide 11 - Slide

TentamenTips
3. Let op of je naast een antwoord ook een berekening of uitleg moet geven! 
Vaak krijg je hiervoor de helft van de punten.

("kies A of B en leg uit waarom") 

Slide 12 - Slide

TentamenTips
4. Doe alsof je zeker bent van je antwoord.

(misschien weet je dan de beoordelaar te overtuigen)

Slide 13 - Slide