Hoofdstuk 5 par. 3 Werken met weerstanden Deel 1

Hoofdstuk 5
Schakelingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
Schakelingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Juiste spanning voor het juiste lampje
Een lampje dat bij een spanning van
6V perfect werkt, zal bij een spanning
van 9V doorbranden.

Stel je hebt een batterij van 9V, 
maar een lampje dat geschikt is voor een 6V spanningsbron.
Hoe kun je dan toch het lampje gebruiken?
Je moet de stroom dan proberen te verlagen!


Slide 3 - Slide

6V lampje en een 9V spanningsbron...
Dan moet je de weerstand verhogen
zodat je wel de 9V batterij kan gebruiken.

WANT -   Als de weerstand groter wordt, 
                  wordt de stroom kleiner.
weerstand

Slide 4 - Slide

Meer weerstanden in serie...
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. Rtot = R1 + R2 + R3


Dus Rtot = 250 + 550 + 1 000 = 1 800 ohm
Je noemt dit de "totale weerstand"
 of de "vervangings-weerstand".

Slide 5 - Slide

Stroomsterkte in een serieschakeling 
De stroomsterkte in een 
serieschakeling is overal 
evengroot...

... maar de spanning verdeelt
zich over de schakelonderdelen

Slide 6 - Slide

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3

Slide 7 - Slide

Wat is de totale weerstand van deze schakeling?
A
9 Ohm
B
3 Ohm
C
12 Ohm
D
11 Ohm

Slide 8 - Quiz

Vergelijk de stroom bij A1
met de stroom bij A2.
Wat is juist?
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Dat kun je niet bepalen

Slide 9 - Quiz

Hoe groot is de stroomsterkte in deze schakeling?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 10 - Quiz

Samenvatting:
  • Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  • De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
  • De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
  • Je kunt hier de wet van 
       ohm ook toepassen...
R=IU

Slide 11 - Slide

Weerstanden in parallelschakeling
Vervangings-weerstand
Rtot1=R11+R21+R31+...
Als je meer weerstanden in parallel schakelt, wordt de weerstand steeds kleiner.

Slide 12 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.

Rv1=R11+R21

Slide 13 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.

Rv1=R11+R21
Rv1=51+101=0,3

Slide 14 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.

Rv1=R11+R21
Rv1=51+101=0,3
Rv=0,31=3,33Ω

Slide 15 - Slide

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
3,3Ω
B
5Ω
C
10Ω
D
15Ω

Slide 16 - Quiz

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1,2Ω
B
2,4Ω
C
1,4Ω
D
6Ω

Slide 17 - Quiz

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1Ω
B
3Ω
C
3,3Ω
D
9Ω

Slide 18 - Quiz

Stroomsterkte in een parallelschakeling 
De stroom verdeelt 
zich over de 
verschillende takken.
Dus


Itot=I1+I2+I3+...

Slide 19 - Slide

Zie de schakeling hiernaast. De totale stroomsterkte is 5 A.
Wat is de stroom in I1?
A
1,2 A
B
1,9 A
C
5 A
D
81 A

Slide 20 - Quiz

In de schakeling hiernaast heeft 2R een weerstand die twee keer zo groot is als die van R. De totale stroomsterkte is 5A
Wat is de stroomsterkte in I2?
A
1,7 A
B
3,3 A
C
5 A

Slide 21 - Quiz

Samenvatting:
  • Weerstanden in parallel 


  • De stroom in een parallelschakeling verdeelt zich over de vertakingen.
  • De spanning in een parallelschakeling is hetzelfde over elke schakelonderdeel.

Rtot1=R11+R21+R31+...

Slide 22 - Slide

Maak:
Hoofdstuk 12
paragraaf 3: Serie- en parallelschakeling
opgave 1 t/m 13 (*12 mag je overslaan)
paragraaf 4: elektriciteit & veiligheid
opgave 1 t/m 12

Slide 23 - Slide