les 3 bijvoeglijke naamwoorden (2, 12 en 13)

Spelling blok 5

Lesdoelen

Na deze les: 

- heb je de spelling van de bijvoeglijke naamwoorden nog eens herhaald. 

Bijvoeglijk naamwoord

meestal

eindigt het op een -e 

de blauwe trui                                   het dikke boek                      de kale kop 

Materiaal

Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk materiaal het is gemaakt, dan schrijf je er altijd -en achter. 

de houten stoel                     de gouden ring                               de wollen trui. 

behalve bij: modern materiaal

als het van een modern materiaal is gemaakt komt er niets achter. 

de plastic tas                    de aluminium trap         de polyester boot

de … (lekker) maaltijd

Regel

Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN

1. lekker
2. lekkeren
3. lekkere

de … (zilver) armband

Regel

Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN

1. zilver
2. zilveren
3. zilvere

de … (zijde) das

Regel

Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN

1. zijden
2. zijde
3. zijdene

een … (aardig) meisje

Regel

Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN

1. aardig
2. aardige
3. aardigen

de … (breed) straat

het … (riet) dak

het … (scherp) mes

de … (wol) trui

de … (geel) vlag

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de grijze afvalbak.

Huiswerk

Maak opdracht 2, 12 en 13

blz 181, 185-186