Poëzie - LL M4 - les 4

do. 8 jun. - 4V3 - 5e uur
Lesdoel
Aan het einde van de les weet je nog meer over herhaling in gedichten: inhoud, klank, metrum en ritme.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

do. 8 jun. - 4V3 - 5e uur
Lesdoel
Aan het einde van de les weet je nog meer over herhaling in gedichten: inhoud, klank, metrum en ritme.

Slide 1 - Slide

do. 8 jun. - 4V3 - 5e uur
  • Herhalen uitleg SE duo-interview
  • Herhalen poëzietheorie vorige lessen
  • Bespreken huiswerk: opdr. 8 en 10
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

  • Duur: 10-12 min 
  • Vorm: duo-interview
  • Inhoud: vraag 1 t/m 7 → Verdeel de vragen: ieder stelt drie vragen en ieder beantwoordt drie vragen; vraag 7 stel je allebei en beantwoord je allebei.
  • Tijdstip: toetsweek 4
----> Raadpleeg een Biblion-uittreksel!

Slide 3 - Slide

Vorige lessen:
Kenmerken gedichten...

...ontdek je door ze te vergelijken met een verhalende tekst:
  • de presentatie 
  • de verwoording van de tekst
  • de verteller van de tekst 
  • lyrisch-ik 
  • --> Begrip focalisator = ?

Slide 4 - Slide

§4.4 Bouwstenen: versregels en strofen
  • Versregel(s) (vs.)  =  ?
  • Strofe = ?
  • Strofevormen:
- twee versregels = 
- drie versregels = 
- vier versregels = 
- vijf versregels =
- zes versregels =
- zeven versregels =
- acht versregels =

Slide 5 - Slide

§4.4 Bouwstenen: versregels en strofen
  • Enjambement = ?

Slide 6 - Slide

§4.5 Herhaling: inhoud, klank, metrum en ritme

Samenhang in een gedicht kan op verschillende manieren ontstaan:
  • inhoudelijke herhaling
  • rijm
  • metrum/ ritme

Slide 7 - Slide

Bespreken huiswerk
opdr. 1 en 2 Classroom

Slide 8 - Slide

Opdr. over rijm 
Zoek uit wat de volgende begrippen betekenen en schrijf ze in je schrift (blz.126):
  • rijm op basis van vorm
  • volrijm
  • halfrijm
  • assonantie
  • alliteratie



  • rijm op basis van plaats
  • eindrijm
  • rijmschema
  • gekruist rijm
  • gepaard rijm
  • omarmend rijm

Slide 9 - Slide

Opdr. over metrum 
Zoek uit wat de volgende begrippen betekenen en schrijf ze in je schrift (blz. 126-127):

  • metrum
  • versmaat
  • jambe
  • anapest
  • trocheus
  • dactylus





  • relatie renaissance en metrum?
  • relatie metrum en de Beweging van Tachtig
  • alexandrijn
  • antimetrie
  • ritme

Slide 10 - Slide

Bespreken huiswerk
opdr. 8 + 10 blz. 105-106

Slide 11 - Slide

Opdr. 8 
blz. 105

Slide 12 - Slide

Opdr. 8 blz. 105
  • 2 Gekruist rijm en omarmend rijm (strofe 3).
  • 3 In de derde strofe vouwt de man de armen op zijn borst, daarmee omarmt hij zichzelf als het ware. Bij een dergelijke inhoud past qua rijm omarmend rijm.
  • 4 Alliteratie: meer en meer; assonantie: oud en vertrouwde.

Slide 13 - Slide

Opdr. 10 blz. 106
  1. Kwatrijn, kwatrijn, terzet en terzet.
  2. levenskracht-eenmaal-verdeelt-abc (ee-klank) en levenskracht-bezat (a-klank).
  3. het-vers-met-letters.
  4. weegt-wikt.
  5. Er wordt in “Code” geen enjambement toegepast: alle versregels eindigen op een vanzelfsprekend moment.
  6. Jambe.
  7. Vs. 9: Iedere.
  8. De “gij” is dood (vs. 4) en de voormalige levenskracht is nu verdeeld over het abc (de taal) (vs. 1-2).

Slide 14 - Slide

Opdr. 10 blz. 106
  • 9. De ik-figuur probeert de taal zo te (her)ordenen dat de levenskracht weer hersteld wordt en contact met de dode mogelijk wordt, of dat de dode weer levend wordt.
  • 10. De deur die opengaat, verwijst terug naar vs. 4 waar sprake is van het zware slot dat geopend wordt naar “uw dood”. De ik-figuur probeert door middel van de magische ordening van de taal in het gedicht (vergelijk “sleutelwoorden” (vs. 3), de woorden die het slot moeten openen) contact te leggen met de dode.
  • 11. Volgens Middendorp probeerde Achterberg door middel van de taal in het gedicht een dode geliefde weer tot leven te wekken. “Code” sluit bij deze algemene Achterberg-thematiek aan. Ook in “Code” probeert een ik-figuur met een specifieke ordening van de taal (“sleutelwoorden”) contact te krijgen met de overledene.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Keuze uit:
  • m. opdr. 11 blz. 107-108 = hw. vr. 9/6
  • lezen in je boek

Morgen vr. 9/6:
  • mentoruur: vragen/oefenen SE, mentorgesprekje
  • les: bespreken toets formuleren + laatste vragen SE + werken aan opdr. poëzie: 1, 2, 4, 6, 7, 8, 10, 11.

Slide 16 - Slide

Vrijdag 9 juni

  • 2e uur --> mentoruur: vragen/oefenen SE, mentorgesprekje lokaal 225
  • 4e uur --> Nederlands: bespr. toets formuleren + afmaken opdr. poëzie
  • 5e uur --> slotviering
  • 17.00 uur --> inleveren opdrachten poëzie in Classroom: 1, 2, 4, 6, 7, 8, 10

Slide 17 - Slide

vr. 9 jun. - 4V3 - 4e uur
De allerlaatste les Nederlands van het schooljaar! ☀😎
  • Bespreken toets formuleren
  • Afmaken opdrachten poëzie en inleveren in Classroom 

Slide 18 - Slide