1.6 21.09.2020

1 / 42
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Basic rules in my classroom
  • Phones "thuis of in de kluis" and bags on the floor
  • Tablet, book & pencils on your table
  • Raise your hand if you want to say or ask something
  • Listen to each other
  • Respect each other

Slide 2 - Slide

Absence 
    Everybody in class?

Slide 3 - Slide

Chapter 1 : This is me

Slide 4 - Slide

Today ...
  • Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got) 
  • Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.
  • Words-Theme Words/A-Watching
  • Exercise 5, 6, 7 & 8 (page 38/39)

Slide 5 - Slide

'to be' and 'to have got'

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Leer de drie vormen uit je hoofd: 
(know them by heart)

Slide 9 - Slide

Wat denk je dat het werkwoord to be in het Nederlands betekent?
A
zijn
B
zijn/worden
C
worden
D
heb

Slide 10 - Quiz

John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's

Slide 11 - Quiz

Wij zijn op school
A
We is at school
B
We sind at school
C
We are at school
D
We am at school

Slide 12 - Quiz

Vul een vorm van to be in:

I ....... very smart
A
is
B
be
C
are
D
am

Slide 13 - Quiz

Vul een vorm van to be in:

She ...... very smart
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 14 - Quiz

Vul een vorm van to be in:

We ........ happy!
A
are
B
is
C
am
D
be

Slide 15 - Quiz

vul een vorm van to be in:

The teacher ....... also very happy!
A
are
B
is
C
am
D
be

Slide 16 - Quiz

Well done!


Slide 17 - Slide


A: Watching
 
Page 38





Mission: I can understand other people introducing themselves to each other.

Slide 18 - Slide

  • What? 
Listening exercises 5 and 6 on page 38.
  
  • How? 
We will watch the videos in class.

  • Time?         ±10 minutes

  • Need help? Raise hand 
  • Finished? Exercise: 7&8 (page: 39)

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Before watching
Kijk mee naar exercise 5 (p. 38)

Welk woord hoort bij welk plaatje?
Zet strepen tussen de woorden en het juiste plaatje.

Dit bespreken we samen!
Klaar? Lees de volgende opdracht alvast.

Slide 20 - Slide

During watching
  • Read the exercise together
  • Watch the clip and tick the boxes

Are the statements true or false?  Tick the boxes

Slide 21 - Slide

After watching
Who said what?

Exercise 7 (p.39)
  • Write down the correct name in each sentence.

  • Check with your neighbour
  • Done?  See if you can start exercise 8

Slide 22 - Slide

Nakijken gemaakt werk
We will now check the exercises together.


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

QUIZLET LIVE
(oefenen met de woorden voor de toets)

Slide 28 - Slide

D. Speaking & Stones p. 48
 I can introduce myself and others.

Slide 29 - Slide

Speaking
  • Exercise 23 c / page 49 
  • Introduce yourself to your classmate
  • Use Stone 1 page 48
timer
3:00

Slide 30 - Slide

D. Speaking &Stones
Page 49 /Ex. 24 
  • Work in pairs
  • You can use interglot.nl
  • Make at least 5 sentences !

timer
6:00
Finished ?
Slim stampen Stone 1A

Slide 31 - Slide

Countries and Cultures
Ieder land heeft zijn eigen cultuur en gewoonten. 
Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit 4 landen!
  • Engeland
  • Wales 
  • Schotland
  • Noord-Ierland
We gaan een filmpje kijken. Wat valt je op? Schrijf dit op.

Slide 32 - Slide

0

Slide 33 - Video

De 4 landen in het Verenigd Koninkrijk hebben ook verschillen.
  • Verschillende gewoonten
  • Eigen taal
  • Eigen soort eten
  • Verschillende natuur
  • Eigen vlag
  • Eigen muziek

Slide 34 - Slide

Opdracht: Exercise 38 page 57 (blz. 57)
Ik deel jullie in 4 groepen:                                                 
Groep 1 = Engeland Groep 2 = Wales 
Groep 3 = Schotland Groep 4 = Noord-Ierland

Maak met jouw groep een poster. Vertel over de natuur - steden - cultuur van jullie land. Gebruik 1 laptop per groep om iets op te zoeken. 
Teken bijvoorbeeld de vlag, nationaal symbool of een bekend gebouw na.
Je mag het zelf verzinnen. Daarna presenteren jullie de poster aan de klas.

Slide 35 - Slide

Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
timer
20:00

Slide 36 - Slide

Opdracht 2: Present your Poster
Presenteer jullie poster in het Engels. Iedereen vertelt iets.
Voorbeeld
  • Leerling 1 zegt iets over de vlag
  • Leerling 2 zegt iets over het nationaal gerecht (eten)
  • Leerling 3 zegt iets over de hoofdstad
  • Leerling 4 zegt iets over de natuur

Zorg dat wat je vertelt ook op de poster staat!

Slide 37 - Slide

What do we know?
Wat weten we?
  • The United Kingdom: 4 countries within a country.
  • Every country has their own flag.
  • Every country has its own culture. (music, food and history)
  • Every country has their own capital city.
  • Some countries speak their own language besides English.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

0

Slide 42 - Video