- Een cricketteams heeft 11 spelers.
- Het team aan slag (het battingteam, 1) heeft 2 spelers op het veld.
- De 2 actieve spelers scoren ‘runs’ door zo veel mogelijk heen en weer te rennen in de pitch (2), een rechthoek op het veld.
- Het team met de meeste runs wint de wedstrijd.
- Van het veld- of fieldingteam (3) staan alle spelers in het veld. Zij moeten de tegenstanders uitgooien.
- Zodra 10 spelers van het battingteam aan slag zijn geweest, wisselen de teams van plek.