Samenvatting Hoofdstuk 3

Tijdlijn
  • 1950-1953 Korea Oorlog 
          Wie doet mee? VS, Noord-Korea, Zuid-Korea, SU, China.
  • 1953: Stalin overlijdt, Chroesjtsjov volgt hem op in 1956.
          Chroesjtsjov wil af van de terreur die Stalin veroorzaakte. 
  • 1959: Staatsgreep Fidel Castro (Cuba) 
  • 1962: Cubacrisis. Kennedy (VS) en Chroesjtsjov (SU) spelen een
     grote rol hierin.
  • 1955-1975: Vietnamoorlog tussen Noord- en Zuid Vietnam.

1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijdlijn
  • 1950-1953 Korea Oorlog 
          Wie doet mee? VS, Noord-Korea, Zuid-Korea, SU, China.
  • 1953: Stalin overlijdt, Chroesjtsjov volgt hem op in 1956.
          Chroesjtsjov wil af van de terreur die Stalin veroorzaakte. 
  • 1959: Staatsgreep Fidel Castro (Cuba) 
  • 1962: Cubacrisis. Kennedy (VS) en Chroesjtsjov (SU) spelen een
     grote rol hierin.
  • 1955-1975: Vietnamoorlog tussen Noord- en Zuid Vietnam.

Slide 1 - Slide


Korea Oorlog

Slide 2 - Slide

Situatie vooraf
  • Korea was sinds 1910 bezet door Japan.
     Die verloor WO II van de VS.

    Na de Tweede Wereldoorlog werd het land gesplitst in: 

  • Noord-Korea: communistisch, gesteund door de Sovjet-Unie
  • Zuid-Korea: kapitalistisch, gesteund door de Verenigde Staten. Verdeling ligt op de 38e breedtegraad.

Slide 3 - Slide

Korea Oorlog
  • Verenigde Staten zien een grote communistische dreiging.

  • Verenigde Naties sturen een troepenmacht (onder leiding van de VS). De Sovjet-Unie boycot de VN en is afwezig bij de stemming.

  • China raakt in oktober 1950 kort bij de oorlog betrokken.

1950 - 1953
Anti-Amerikaanse propaganda, gemaakt door Noord-Korea.

Slide 4 - Slide

Korea Oorlog

  • De Koreaanse Oorlog wordt ook wel gezien als de enige echte oorlog van de Koude Oorlog.

  • De grens (frontlinie) is een paar keer
     verschoven tijdens de oorlog.

  • Bij de wapenstilstand in juli 1953 liggen de grenzen nog hetzelfde als aan het begin van de oorlog: 38e breedtegraad.




1950 - 1953
De VS konden ingrijpen in Korea omdat de Sovjet-Unie uit protest niet bij de vergadering van de VN was. Zij konden hun tegenstem (veto) niet 'laten horen'.   

Slide 5 - Slide

Stalin overlijdt (1953)
  1. Chroesjtsjov (communist maar hangt meer Lenin aan) volgt op in 1956.
  2. Hij wil afrekenen met de terreur van Stalin: destalinisatie.
    In een toespraak beschuldigde hij Stalin van massamoord.
  3. Chroesjtsjov stelt kernraketten op Cuba op, nadat Fidel Castro om militaire bijstand vraagt.

Slide 6 - Slide

Staatsgreep Fidel Castro (1959)

Communist Fidel Castro maakt Cuba ook communistisch door een staatsgreep te plegen.

Ook wel: Cubaanse Revolutie.


Slide 7 - Slide


Cubacrisis

Slide 8 - Slide

Cuba-crisis (1962)
Oorzaak 1
Varkensbaai-invasie (1961) Amerika organiseert een aanval door Cubaanse bannelingen. Wil Castro verdrijven; complete mislukking.

Castro wil bescherming en krijgt dit: Russische raketten door Chroesjtsjov toegestaan.





Slide 9 - Slide

Cuba-crisis (1962)
Oorzaak 2
Sovjet-Unie bouwt raketinstallaties op Cuba.

Geldige reden?
Tegenwicht (verdediging) voor de Amerikaanse raketten in Europa en Turkije (NAVO-landen).



Slide 10 - Slide

Escalatie Cuba Crisis
  1. Kennedy eist de ontmanteling van de raketinstallaties
  2. Schepen met nieuw materiaal onderweg naar Cuba
  3. Kennedy stelt Amerikaanse marineblokkade in
  4. Chroesjtsjov zegt kernwapens in te zetten bij aanval V.S op Cuba
  5. Na diplomatiek overleg toch oplossing (zie 6 en 7)
    Uiteindelijk...
  6. Rusland ontmantelt raketinstallaties op Cuba
  7. Amerika haalt installaties weg uit Turkije    

Slide 11 - Slide


Vietnamoorlog

Slide 12 - Slide

Vietnam wordt onafhankelijk 
  • Vietnam was een Franse kolonie
  • Na WO II strijd tegen de Fransen om onafhankelijkheid o.l.v
      Ho chi Minh
  • 1954 Fransen verliezen. Vietnam wordt dus onafhankelijk:
      Noord- en Zuid Vietnam wordt geboren.

Slide 13 - Slide

Vietnam wordt onafhankelijk 
  • Noord-Vietnam: communistisch (met een president)
     Zuid-Vietnam: kapitalistisch (democratisch...?)
  • Zuiden werd al snel een dictatuur in plaats van
     democratie.
  • Vietcong: groep mensen die een einde wilde maken aan
     de onderdrukking in Zuid-Vietnam.

Slide 14 - Slide

Zuid-Vietnam geholpen door Amerikanen
Noord-Vietnam communistisch

Slide 15 - Slide

Vietnamoorlog 
- VS steunde Zuid-Vietnam,
   maar waarom? 

- Dominotheorie: Amerikanen waren
   bang als één land in Azië
   communistisch zou worden, dat
   andere landen dat óók zouden
   worden..

Slide 16 - Slide

Vietnamoorlog
  • Chemische wapens gebruikt
     door de Amerikanen.
  • Napalm (zeer brandbaar).
  •  58.000 Amerikanen gesneuveld (dood).
  • 10 miljoen Vietnamezen omgekomen.
  • Met moderne Amerikaanse wapens strijd niet te winnen.

Slide 17 - Slide

Verloop
oorlog
  • De vijand bevond
    zich ook tussen de
    bondgenoten

  • Waar is de vijand?! De Vietcong maakte gebruik van tunnels, ondergrondse bunkers en waren soms vrijwel onzichtbaar.

Slide 18 - Slide

Steeds meer protesten tegen de oorlog
  • Er reizen veel journalisten mee met de soldaten; de oorlog is vanuit de huiskamer te volgen op televisie en in de kranten.

  • Niet alleen de Vietnamezen, maar ook de eigen soldaten begingen vreselijke oorlogsmisdaden. De frustraties van de soldaten zijn duidelijk te zien: "Wat doen we daar?!"
De meeste protesten zijn in Amerika zelf,
maar ook in Nederland wordt tegen de oorlog geprotesteerd.

Slide 19 - Slide

Vietnamoorlog eindigt
- Amerikaanse soldaten voerden een strijd tegen de Vietcong, die ze maar niet konden winnen.
- 1973: Amerikanen beëindigden hun
   deelname aan de oorlog
- 1976: Vietnam werd één land onder
   communistisch bestuur

Slide 20 - Slide

Gevolgen van de Vietnamoorlog
  • Het Amerikaanse zelfvetrouwen heeft een enorme dreun gehad

  • Veel Vietnamveteranen met posttraumatische stressstoornis, maar worden vooral als moordenaars gezien

  • Enorme staatsschuld van de Verenigde Staten door de oorlogskosten

Slide 21 - Slide

Belangrijke personen
Fidel Castro
John F. Kennedy
Lyndon B. Johnson
Jozef Stalin
Nikita Chroesjtsjov 


Slide 22 - Slide

Begrippen
Veiligheidsraad
Verenigde Naties 
Vetorecht
Dekolonisatie
Dominotheorie


Verenigde Naties
 "Handhaven van internationale vrede en veiligheid"

Slide 23 - Slide