Schrijven: overtuigende tekst

Planning
- uitleg overtuigende tekst

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
- uitleg overtuigende tekst

Slide 1 - Slide

Doelen(Na deze les kun je):

Een overtuigende tekst schrijven, met een :


- inleiding

- kern

- slot





Slide 2 - Slide

Na deze les kun je ook:

Je mening onderbouwen met:


- argumenten

- voorbeelden

- uitleg





Slide 3 - Slide

Schrijfdossier 1 : Een overtuigende tekst schrijven
Wat is het nut hiervan?

Je leert iemand te overtuigen van jouw standpunt/mening. Zo kun je goed meedoen in discussies en debatten op bijvoorbeeld school, thuis en/of feestjes.

Men neemt je serieus!


Slide 4 - Slide

Overtuigende tekst
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening

Het doel is dat de lezer die mening overneemt. 

De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn standpunt.


Slide 5 - Slide

Opbouw overtuigende tekst
Inleiding: de mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.

Kern: de argumenten. Dit zijn vaak de feiten.

Slot: de conclusie. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.

Slide 6 - Slide

Overtuigende tekst schrijven:

bouwplan maken

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 9 - Quiz

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 10 - Quiz

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 11 - Quiz

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 12 - Quiz

Argumenten zijn er om je te overtuigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 18 - Quiz