Nakijken lezen

HOOFDSTUK 5
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HOOFDSTUK 5

Slide 1 - Slide

OPDRACHT 1

Slide 2 - Slide

1
Tekstsoort Startopdracht: stripverhaal
Tekstsoort tekst 1: bespreking van een boek
Tekstsoort tekst 2: krantenbericht
Tekstsoort tekst 3: advertentie
Tekstsoort tekst 4: gebruiksaanwijzing
2
Tekstdoel Startopdracht: De schrijver wil je amuseren.
Tekstdoel tekst 1: De schrijver wil zijn mening geven.
Tekstdoel tekst 2: De schrijver wil informatie geven.
Tekstdoel tekst 3: De schrijver wil je iets laten doen.
Tekstdoel tekst 4: De schrijver wil je iets leren of uitleggen.


Slide 3 - Slide

OPDRACHT 2

Slide 4 - Slide

1 reclametekst
2
Tijdens beide paasdagen kun je voor € 1,- ontbijten bij IKEA. niet waar
Haasje naar IKEA is een woordgrapje. waar
De schrijver wil graag zijn mening geven over IKEA. niet waar
De schrijver wil jou iets leren over IKEA. niet waar
De schrijver wil dat jij gaat ontbijten bij IKEA. waar
3 Het doel van de tekst is dat de schrijver je iets wil laten doen.
4 Tijdens Pasen zie je veel versieringen van paashaasjes in de winkels. “Haasje naar Ikea” betekent
dus dat je zo snel als een haas naar Ikea moet komen op tweede paasdag.

Slide 5 - Slide

OPDRACHT 3

Slide 6 - Slide

Opdracht 3
1 eigen antwoord
2 De lekkerste ingrediënten
Hint voor je verjaardagsgasten
3 een verjaardagstaart
4 wat je nodig hebt voor een recept


Slide 7 - Slide

5
Boodschappenlijstje geldtaart
Kant-en-klare biscuitmix
eieren
melk
jam
slagroom
roomboter
poedersuiker
marsepein

Slide 8 - Slide


Stap 9: Smeer de cake af met een laagje botercrème.
Stap 8: Leg de twee taarthelften op elkaar.
Stap 12: Versier de taart met euro’s van marsepein.
Stap 1: Doe de biscuitmix, de eieren en het water in een kom.
Stap 10: Zet de taart een uur in de koelkast.
Stap 2: Meng de ingrediënten tot een glad beslag.
Stap 5: Snijd de cake horizontaal in twee stukken.
Stap 7: Smeer de onderkant van de bovenste cake in met slagroom.
Stap 3: Giet het beslag in de taartvorm.
Stap 11: Dek de cake af met een laagje marsepein.
Stap 4: Bak nu de cake 60 min. op 180 graden in de heteluchtoven.
Stap 6: Smeer de bovenkant van de onderste cake in met een dikke laag jam.


Slide 9 - Slide

7 Je krijgt het liefst geld voor je verjaardag.
8 de schrijver wil je iets leren of uitleggen

Slide 10 - Slide

OPDRACHT 4

Slide 11 - Slide

1. 80.000 euro voor menukaart Titanic
2 krantenbericht
3
passagier grote zee
aanvaring kleine boten
oceaan iemand die reist per boot, bus, trein enz.
sloepen heel veel
talloze botsing
4 Het schip zonk na een aanvaring met een ijsberg.





Slide 12 - Slide

5 In 1912 zonk het toen grootste schip van de wereld na een aanvaring met een ijsberg.
Ook goed: Dat was helaas niet waar, want het schip lag na één vaart op de bodem van de zee.
6 De rijkste klasse aan boord was de eerste klasse. De meeste doden vielen in de derde klasse. Dat was de armste klasse.
7 ja
8 De passagier die de kaart had meegenomen, is overleden. Jaren later vonden zijn kleinkinderen de menukaart tussen zijn spullen.
9 de schrijver wil informatie geven
10 eigen antwoord





Slide 13 - Slide

OPDRACHT 5

Slide 14 - Slide

1 eigen antwoord
2 (het boek) Kapot
3 bespreking van een boek
4 In het kader staat waar het boek Kapot van Carry Slee over gaat.
5 ook kapot? (de inleiding bestaat uit twee alinea's)
6 De afbeelding maakt de tekst leuker.
7 De schrijver vindt Carry Slee een goede auteur. Dat kun je zien aan het woord
   talentvolle in alinea 1.
8 1 Een boek met een goed en spannend verhaal.
2 Een boek waarin je veel zult herkennen.
9 scheiding
10 Jongeren met ouders die gescheiden zijn.
11 De schrijver wil zijn mening geven.
12 eigen antwoord

Slide 15 - Slide

6 De afbeelding maakt de tekst leuker.
7 De schrijver vindt Carry Slee een goede auteur. Dat kun je zien aan het woord
   talentvolle in alinea 1.
8 1 Een boek met een goed en spannend verhaal.
2 Een boek waarin je veel zult herkennen.
9 scheiding
10 Jongeren met ouders die gescheiden zijn.
11 De schrijver wil zijn mening geven.
12 eigen antwoord


Slide 16 - Slide

Kahoot

Slide 17 - Slide

Quizlet
oefenen werkwoorden 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Lesson up

Slide 20 - Slide

ELO
presentaties

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

QUIZIZZ

Slide 24 - Slide

Studyflow

Slide 25 - Slide

Nieuw Nederlands

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link