Inkomsten en uitgaven van jongeren_3vmbo_1.3

Agenda
  • terugkoppeling vorige 2 lessen
  • Leerdoelen paragraaf 1.3
  • Geldtypetest
  • uitleg paragraaf 1.3 inkomsten en uitgaven jongeren
  • Zelf aan de slag
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Agenda
  • terugkoppeling vorige 2 lessen
  • Leerdoelen paragraaf 1.3
  • Geldtypetest
  • uitleg paragraaf 1.3 inkomsten en uitgaven jongeren
  • Zelf aan de slag

Slide 1 - Slide

Noem de drie functies van geld

Slide 2 - Open question

Als de inflatie procentueel hoger is dan de procentuele loonstijging in een land dan neemt de koopkracht toe
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Link

Rekenmeester
Je wilt lekker leven maar dat hoeft niet altijd veel te kosten. Jij weet die duurdere spijkerbroek perfect te combineren met dat goedkope shirtje. Als je een keer een grote uitgave hebt gedaan, doe je het daarna even rustig aan. Door je inkomsten en uitgaven in balans te houden, kun je kiezen voor het leukste baantje. Ook al verdient dat misschien iets minder.

Slide 5 - Slide

Spaarvarken
Het liefst zou je al je geld op je rekening laten staan! Maar als je dan toch geld uit moet geven, ga je op zoek naar koopjes. Je kiest voor een baantje met een vast inkomen zodat je precies weet wat er binnenkomt. Je weet hoeveel er op je spaarrekening staat en je vindt het heerlijk als de rente bijgeschreven wordt. Hoewel je vrienden graag bij je aankloppen voor geldtips, vinden ze het wel een beetje saai als je erg zuinig bent...

Slide 6 - Slide

Big Spender
Jij wilt alles! Er goed uitzien, een kamer vol mooie spullen. Alleen het beste is goed genoeg voor jou. Je geniet echt van lekker winkelen. En je wilt dat ook graag aan je vrienden laten zien. Je weet dat je graag geld uitgeeft en daarom kies je voor een baantje met een goed inkomen. Werk hoeft voor jou niet leuk te zijn, als het maar goed verdient.

Slide 7 - Slide

Geld Warhoofd
Als je geld hebt ben je het ook zo weer kwijt. Vaak weet je niet meer waar het zo snel gebleven is. Je hecht niet al te veel waarde aan veel geld of mooie spullen. Je koopt graag cadeautjes voor jezelf of voor anderen en vergeet makkelijk dat je ook nog geld voor andere dingen nodig had. Je hebt soms een baantje, maar zodra het je verveelt ben je weer weg. Je bent vaak blut en daardoor mis je ook een boel leuke dingen.

Slide 8 - Slide

Waaronder valt de aanschaf van een auto?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 9 - Quiz

Soorten uitgaven
  1. Dagelijkse uitgaven;
    Uitgaven die de meeste huishoudens elke dag hebben.
  2. Vaste lasten;
    de regelmatig terugkerende uitgaven die verplicht moeten worden betaald.
  3. Incidentele grote uitgaven;
    Uitgaven die maar af en toe voor komen,

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 1.3 inkomsten en uitgaven van jongeren.
  • Maak opgave 5 t/m 9.
  • Maak opgave 12 t/m 15.
  • Maak opgave 18 en 19.
  • Klaar kijk de opgaven van paragraaf 1.1 t/m 1.3 na met een andere kleur pen. Zet juiste antwoord erbij en zorg dat je begrijpt wat je fout gedaan hebt. Lees de vraag bv nog eens.

Slide 11 - Slide