6.1 Eigenschappen van metalen

6.1 Eigenschappen van metalen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.1 Eigenschappen van metalen

Slide 1 - Slide

Planning
  • 6.1 Eigenschappen van metalen
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten nakijken 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 6.1
  • Je kunt enkele gemeenschappelijke eigenschappen van metalen noemen.
  • Je kunt edelmetalen en hun belangrijkste eigenschappen noemen.
  • Je kunt enkele onedele metalen en hun belangrijkste eigenschappen noemen.
  • Je kunt enkele legeringen en hun belangrijkste eigenschappen noemen.
  • Je kunt enkele zware metalen en hun schadelijke effecten noemen.

Slide 3 - Slide

Metalen
Wat zijn de overeenkomende stofeigenschappen?

Slide 4 - Slide

Metalen
Aantal gemeenschappelijke kenmerken van metalen:
  • Alle metalen geleiden elektrische stroom goed
  • Alle metalen geleiden warmte goed
  • Veel metalen blinken en hebben een typische metaalglans (als ze gepolijst zijn)
  • Zuivere metalen zijn makkelijk te vervormen/zijn buigzaam
  • Alle metalen zijn vast, behalve kwik!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video




  • Reageren niet met zuurstof en water én niet/nauwelijks met andere stoffen. (ook niet met zuren)
  • Drie edele metalen: goud, zilver en platina.
  • Komen als zuivere stoffen in de natuur voor.





  • Reageren wel met andere stoffen zoals zuurstof en water. Vb: Roesten van ijzer.
  • Hoe onedeler het metaal, hoe reactiever het is.
  • -  Vb. onedele metalen: ijzer
  • -  Vb. zeer onedele metalen: natrium en kalium.
  • Komen als verbindingen (meestal metaaloxiden en metaalsulfiden) in de natuur voor.

Metalen
Edel metaal
Onedel metaal

Slide 7 - Slide

Metalen (vervolg)
  • Edele metalen: worden veel gebruikt in sieraden

  • Onedele metalen: Reageren langzaam met andere stoffen.




  • Zeer onedele metalen: reageren heftig met zuurstof/water







Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Legering
  • Legering: (een gestold) metaalmengsel. De legering heeft vaak andere eigenschappen dan de metalen waaruit die legering gemaakt is. Vaak is het veel harder.







Slide 10 - Slide

voorbeelden legering
Amalgaam: legering van kwik en een ander metaal.
  • Zilveramalgaam werd vroeger gebruikt als tandvulling.
Brons: legering van koper en tin
  • Laag smeltpunt, makkelijk in vorm te gieten. (maken van bijlen, dolken en medailles)
  • Minder buigzaam en harder dan gewoon koper
Messing: legering van koper en zink.
  • Kranen en waterleidingen
  • Is erg hard en stevig
Soldeer 




  • Soldeertin kan je gebruiken om een elektronische schakeling aan elkaar wilt verbinden. 
  • Soldeertin heeft een laag smeltpunt. 

Slide 11 - Slide

voorbeelden legering
  • Gouden sieraden bestaan niet alleen uit puur goud, want dat is té vervormbaar. 
  • 24 karaat is zuiver goud
  • een goudsmid gebruikt meestal 14 karaats goud, dat is 14/24 x 100 = 58 % goud. 

Slide 12 - Slide

Zware metalen
  • Zware metalen: zijn giftig. 'zwaar' betekent dat de metalen een grote dichtheid hebben. 
  • Cadmium, Arseen, Tin, Lood en kwik

Slide 13 - Slide

Maken: 6 t/m 9, 11 t/m 13 (13 b niet) 
Vanaf blz 132

Slide 14 - Slide

6

Slide 15 - Slide

7

Slide 16 - Slide

8
  • Het geleidt warmte
  • het geleidt elektriciteit
  • het blinkt
  • het is buigzaam 

Slide 17 - Slide

9
  • a) zuiver goud is te zacht
  • b) 12/24  x 20 = 10 g (of 50% van)
  • c) 24 : 100 x 67 = 16 karaat 

Slide 18 - Slide

11
  • Lood is een zwaar metaal. 
  • Lood komt een beetje in het drinkwater te zitten. 
  • Dat is giftig

Slide 19 - Slide

12
  • Legering = mengsel van metalen
  • Glare is een mengsel van een metaal + kunststof, dus het is geen legering. 

Slide 20 - Slide

13
  • a) C
  • b) -
  • c) C
  • d) Kwik is een zwaar metaal, en dus giftig. 

Slide 21 - Slide