This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Bonne Année 2025 !!!
Slide 1 - Slide
menu du jour
- souhait & résolution 2025
- prononciation
- start chapitre 3
Slide 2 - Slide
Le savais-tu?
In Frankrijk zegt men "Bonne année" of "Meilleurs voeux" om elkaar een gelukkig nieuwjaar te wensen.
Je vous souhaite une bonne et heureuse année 2024!
Slide 3 - Slide
On va parler français!
Et toi, qu'est-ce que tu souhaites pour cette nouvelle année?
Je souhaite...
timer
1:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Noem 1 voornemen uit het filmpje die je ook hebt voor 2025! (als het lukt in het Frans ;)
Slide 6 - Mind map
Video uitspraakregels
Slide 7 - Slide
Uitspraakregels
Ken je de basisregels?
Welke letters spreek je niet uit aan het einde van een woord?
Hoe spreek de letter H uit?
Wat is het verschil tussen é of een è?
Wat is une liaison?
Slide 8 - Slide
Chapitre 3 : le collège
Blader eens door chapitre 3
- Waar gaat het hoofdstuk over?
- Wat ga je leren in dit hoofdstuk?
- wat zijn de titels / wat voor teksten lees je / grammatica - gekoppeld aan hoofdstuk?
Slide 9 - Slide
Wat ga je leren in chapitre 3?
Slide 10 - Open question
Je kan zeggen in welke klas je zit.
Je ontdekt nieuwe woorden die te maken hebben met school.
Slide 11 - Slide
Ça va ?
Comment tu t'appelles ?
Tu as quel âge ?
Tu habites où ?
Tu as un (petit) frère / une (petite) soeur ... ?
Comment il / elle s'appelle ?
Il/elle a quel âge ?
Slide 12 - Slide
Tu es en quelle classe ?
(in welke klas zit jij?)
Je suis en cinquième.
(ik zit in de eerste klas)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Hoe ziet jouw schooldag eruit?
A. Teken, net als in opdracht b, vier klokken in je schrift.
- Hoe laat begint jouw school / middagpauze?
- Hoe laat eindigt jouw school / middagpauze?
B. Welk verschil zie je ?
Slide 16 - Slide
We kijken nog een keer
Slide 17 - Slide
Welke verschillen heb je gezien tussen de middelbare school in Frankrijk en die van Nederland?
Slide 18 - Open question
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir' hebben
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft
wij hebben
jullie hebben/ u heeft
zij hebben
Slide 19 - Drag question
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir'
Grammaire 'Avoir'
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 20 - Drag question
danser
dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Werkwoorden op -ER. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
danse
dansent
dansons
danse
danses
dansez
Slide 21 - Drag question
On continue maintenant =
We gaan nu verder
Open je boek op blz. 130. We lezen samen blok A
Daarna gaan we lezen/luisteren/oefeningen maken van onderdeel intro, A en C (chapitre 3). Wat niet af in de les, blijft over voor huiswerk voor morgen.