mbo 4 hoofdstuk 11 - 2 per honderd percentage

1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • kan je de verhouding (hoeveelheid of percentage) uit een groep vertalen naar dezelfde verhouding in een groep van een andere grootte.
  • begrijp je dat als je groepen vergelijkt, je ze even groot wilt        maken (alles per 100 gram of per stuk) 
  • begrijp je dat procent betekent ‘per 100’.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel procent is 12 van de 20?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel procent is 7 van de 400?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel is 40 % van 200?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

25 van de 125. Hoeveel procent is dat?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


In hoeveel procent van deze jaren was de temperatuur boven de 11 graden?
Rond af op een geheel getal.

Slide 11 - Open question

Het gaat om 6 van de 21 jaren.
6 ÷ 21 = 0,285…
Dat is afgerond 29%

Bereken: 17% van 350.

Slide 12 - Open question

Je rekent op je rekenmachine: 0,17 × 350 = 59,5




Op welke broek zit het hoogste percentage korting?

Slide 13 - Open question

Je kan deze vraag beantwoorden door naar de getallen te kijken. Op broek A zit ongeveer 50% korting. Zou je van € 70 de helft betalen, dan is dat € 35. Voor broek B krijg je dus minder dan 50% korting. De korting op broek A is daarom percentueel het hoogste.
Je kan ook precies rekenen:
24,95 ÷ 49,95 ≈ 0,499
45,00 ÷ 69,95 ≈ 0,643
Op broek A krijg je dus ongeveer 50,1% korting. Op broek B krijg je ongeveer 35,7% korting.