4.1 Een land om trots op te zijn

4.1 Een land om trots op te zijn
leerboek. blz. 62

werkboek blz. 88
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.1 Een land om trots op te zijn
leerboek. blz. 62

werkboek blz. 88

Slide 1 - Slide

Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?

Wat is een aanleiding, oorzaak en gevolg?

Slide 2 - Slide


nationalisme =

Slide 3 - Slide


nationalisme =

Heel trots zijn op je eigen volk en land.

Slide 4 - Slide

Een nieuw land.
1870 
Pruissen en Noord-Duitse gebieden voeren oorlog met Frankrijk.

Slide 5 - Slide

1871 - Het keizerrijk Duitsland wordt uitgeroepen in paleis Versailles.

Hoe zouden de Fransen dit hebben gevonden?

Slide 6 - Slide

werkboek blz. 88

maken opdr. 2 en 3
timer
5:00

Slide 7 - Slide

lees "Wij zijn sterk!"

militairisme = 

Slide 8 - Slide


militairisme = 

overdreven trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft: soldaten, wapens, medailles.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

werkboek blz. 88

maken opdr. 4
timer
3:00

Slide 11 - Slide

4.1 Een land om trots op te zijn
leerboek. blz. 62

werkboek blz. 88

Slide 12 - Slide

Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?

Wat is een aanleiding, oorzaak en gevolg?

Slide 13 - Slide

lees "Wij hebben vrienden!"

bondgenootschap = 

Slide 14 - Slide



bondgenootschap = 

Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar economisch en militair te helpen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Centralen

Oostenrijk-Hongarije

Duitsland

Italië
Geallieerden

Rusland

Frankrijk

Groot-Brittanië

Slide 17 - Slide

koloniën 1914

Slide 18 - Slide

werkboek blz. 89

maken opdr. 5
timer
3:00

Slide 19 - Slide

lees "Aanleiding, oorzaak en gevolg"

 

Slide 20 - Slide

oorzaken
oorzaak = 

indirecte oorzaak = 

directe oorzaak = 

aanleiding = 



Slide 21 - Slide

oorzaken
oorzaak = waarom iets gebeurt

indirecte oorzaak = 

directe oorzaak = 

aanleiding = 



Slide 22 - Slide

oorzaken
oorzaak = waarom iets gebeurt

indirecte oorzaak = het gevolg gebeurt niet gelijk

directe oorzaak = 

aanleiding = 



Slide 23 - Slide

oorzaken
oorzaak = waarom iets gebeurt

indirecte oorzaak = het gevolg gebeurt niet gelijk

directe oorzaak = het gevolg gebeurt direct op de oorzaak

aanleiding = 



Slide 24 - Slide

oorzaken
oorzaak = waarom iets gebeurt

indirecte oorzaak = het gevolg gebeurt niet gelijk

directe oorzaak = het gevolg gebeurt direct op de oorzaak

aanleiding = de meest directe oorzaak



Slide 25 - Slide

voorbeeld
oorzaak = ik struikel

indirecte oorzaak = de veter is niet goed gestrikt

directe oorzaak = de veter is los

aanleiding = ik stap op mijn veter



Slide 26 - Slide

gevolgen
gevolg = wat er na een oorzaak gebeurt

gevolg op korte termijn = 

gevolg op lange termijn = 

Slide 27 - Slide

gevolgen
gevolg = wat er na een oorzaak gebeurt

gevolg op korte termijn = het gevolg is meteen duidelijk

gevolg op lange termijn = 

Slide 28 - Slide

gevolgen
gevolg = wat er na een oorzaak gebeurt

gevolg op korte termijn = het gevolg is meteen duidelijk

gevolg op lange termijn = het gevolg is niet meteen duidelijk

Slide 29 - Slide

voorbeeld
gevolg = ik val

gevolg op korte termijn = ik lig op de grond / heb pijn

gevolg op lange termijn = ik heb een blijvende blessure, ik trek schoenen aan zonder veter,...

Slide 30 - Slide

werkboek blz. 89

maken opdr. 6 en 7

Slide 31 - Slide