Herhalingsles h1 & h2

Good afternoon!
Ga zitten op je vaste plek en en pak je schrift of papier erbij. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Good afternoon!
Ga zitten op je vaste plek en en pak je schrift of papier erbij. 

Slide 1 - Slide

Today
  • Goals
  • Recap
  • Work on your own
  • Goals

Slide 2 - Slide

Goals
At the end of the lesson you'll be able to:
Use the tenses correctly 

Slide 3 - Slide

Recap
Present simple
Past simple
Present continuous
Past continuous
Present perfect
Past perfect 

Slide 4 - Slide

Present simple

Slide 5 - Slide

Present simple
Gebruik:
Bij feiten en gewoonten.
Bijvoorbeeld:
I walk to school every day. (vaak door de war gehaald met de present continuous).
The train leaves at 9.p.m
Bij he/she/it: He walks to school every day.
Vorm: Stam van het ww of + S bij he she it.

Slide 6 - Slide

Past simple

Slide 7 - Slide

Past simple
Bij gebeurtenissen uit het verleden. Denk aan jaartallen, verjaardagen, vorige week, vorig jaar, gisteren.
Bijvoorbeeld:
Yesterday, he walked to school.
Last year, he broke his leg (onregelmatig).
Vorm: Stam van het ww + ed of 2e rijtje uit de onregelmatige werkwoorden.

Slide 8 - Slide

Present continuous

Slide 9 - Slide

Present continuous
Bij dingen die iemand nu doet.
Bijvoorbeeld:
I am walking to school right now.
He is walking to school right now.
Vorm: to be + ww + ing.

Slide 10 - Slide

Past continuous

Slide 11 - Slide

Past continuous
Bij activiteiten in het verleden die een langere tijd hebben geduurd. Vaak met samen past simple in een zin, maar niet altijd.
Bijvoorbeeld:
He was doing the laundry when the doorbell rang.
He was playing video games when the thief stole his doorbell.
Vorm: was/were + ww + ing.

Slide 12 - Slide

Present perfect

Slide 13 - Slide

Present perfect
Bij activiteiten die in het verleden zijn begonnen en nu nog steeds invloed hebben of nog merkbaar zijn.
Bijvoorbeeld:
Yesterday I have broken my leg and now it is in a cast.
This morning he has spilled coffee on his shirt and now it is dirty.
Vorm: have/has + voltooid deelwoord (ww + ed of 3e rijtje).

Slide 14 - Slide

Past perfect

Slide 15 - Slide

Past perfect
Om de volgorde van activiteiten in het verleden aan te geven. De past perfect geeft aan wat als eerst is gebeurd in het verleden. Alles wat later gebeurde staat in de past simple.
When I came home from holiday I saw a thief had stolen my doorbell.
When I arrived at the stadium I noticed I had forgotten my tickets.                     Vorm: had + voltooid deeldwoord.

Slide 16 - Slide

Work on your own
What? Do the exercises given to you
How? Use a piece of paper 
Help? Raise your hand
Time? 3 minutes
Done? Put your pen on your table

Slide 17 - Slide