Conditie en Fitheid + practicum voetafdruk

Conditie en fitheid
Opdracht 1
Takletics 2023-2024
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Conditie en fitheid
Opdracht 1
Takletics 2023-2024

Slide 1 - Slide

Conditie

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Uithoudingsvermogen vs. conditie
Uithoudingsvermogen is hoelang je een activiteit op maximaal vermogen kunt volhouden. Hierbij gaat het om zowel de lichamelijke als de geestelijke belasting van de activiteit. 
Conditie is hoelang je een activiteit in totaal kunt volhouden. Hierbij gaat het om de efficiëntie van je cardiovasculaire stelsel.

Slide 4 - Slide

Conditie
Als je gaat sporten, heb je conditie nodig.
Daarmee kun je lichamelijke (of geestelijke) inspanning volhouden. 
Je kunt je conditie trainen, instandhouden en verbeteren.

Met je longen neem je zuurstof op uit de lucht. 
Deze zuurstof is nodig voor de verbranding in je cellen. 
Via de bloedvaten wordt deze zuurstof naar de cellen vervoerd. 
Daar wordt met behulp van zuurstof je voedsel (energie) verbrand.

Slide 5 - Slide

Les 1

Slide 6 - Slide

Verbranding in de cellen
In alle cellen van ons lichaam vindt verbranding plaats. 
Voor verbranding in de cellen is zuurstof en brandstof nodig.  Glucose is de brandstof.  Zuurstof adem je in en is nodig om glucose te 'verbranden'.

Bij verbranding komen de verbrandingsproducten water,  koolstofdioxide en energie vrij. Energie in de vorm van warmte en beweging. Koolstofdioxide adem je uit.


Het reactieschema:
glucose + zuurstof  --> koolstofdioxide + water + energie

Slide 7 - Slide

Wat gebeurt er allemaal in je lichaam wanneer je je inspant tijdens bv het sporten?

Slide 8 - Open question

Inspanning 
en verbranding
Bij inspanning kun je waarnemen:
- snellere ademhaling
- aantal hartslagen per minuut neemt toe
- de huid wordt rood
- er ontstaat zweet op de huid

Bovenstaande komt doordat je bij inspanning energie verbruikt. Als brandstof (glucose) verbrand wordt, komt er energie vrij.  Glucose krijg je binnen door te eten en te drinken. Het wordt in de darmen door je bloed opgenomen. 


De verbrandingsproducten zijn: 
Koolstofdioxide: Dit gas ademen wij uit
Water: Verlaat het lichaam via: zweten, plassen / poepen 
             (uitscheiden) en uitademen

Er komt ook energie vrij: Die gebruik je voor
bewegen, je lichaamstemperatuur constant houden.

 Energie heb je altijd nodig, zelfs als je slaapt of als je denkt. 
Voor beweging heb je energie nodig

Slide 9 - Slide

5

Slide 10 - Video

Waar in het lichaam
vindt verbranding plaats?
A
in het spierstelsel
B
in het verteringsstelsel
C
in alle levende cellen in het lichaam
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 11 - Quiz

 Verbranding in je lichaam
Op elk moment, in elke cel
-
nodig voor
verbranding
glucose  +  zuurstof  --> koolstofdioxide + water + energie
brandstof

verbrandingsproducten
deze adem je uit
-  Krijg je binnen door
    voedsel te eten
-  Glucose wordt
    gemaakt door planten (fotosynthese)
komt vrij

- om te bewegen
- om het lichaam op
   temperatuur te houden

Slide 12 - Slide

00:56
welke brandstof hebben de cellen in je lichaam nodig
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
indicator
D
glucose

Slide 13 - Quiz

02:18

In welk gerecht zit heel veel glucose
A
patat met mayo
B
spaghetti met ketchup
C
biefstuk met sla
D
vis met wortelen

Slide 14 - Quiz

02:46
Wat kan er NIET
plaatsvinden zonder zuurstof
A
verbranding
B
ademhaling
C
hoesten
D
warmte

Slide 15 - Quiz

04:21
Wat komt vrij bij verbranding?

Slide 16 - Open question

05:56
Wat eet jij het liefst als je gaat sporten?

Slide 17 - Open question

Maak opdracht 1

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Practicum Voetafdruk
Lichamelijke inspanning en de werking van organen
blz. 11

Slide 20 - Slide

Indicator
Een indicator is een stof die een andere stof aantoont.

De indicator helder kalkwater toont koolstofdioxide aan omdat het heldere kalkwater troebel wordt. 

Slide 21 - Slide