Over taal blok 3 les 2

Over Taal blok 3
Programma: 

  • Huiswerkcontrole
  • Theorie
  • Aan de slag
Deadlines: 

Numo weektaak
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Over Taal blok 3
Programma: 

  • Huiswerkcontrole
  • Theorie
  • Aan de slag
Deadlines: 

Numo weektaak

Slide 1 - Slide

Huiswerkcontrole

Slide 2 - Slide

Taalbeschouwing
Woordvorming

Slide 3 - Slide

Woorden kunnen op verschillende manieren gemaakt worden
  • Een samenstelling
  • afleiding
  •  Je verandert het begin of het eind van een woord. 
Bijvoorbeeld: 
decoreren wordt decoratie
inspireren wordt inspiratie
Democratisch komt van democratie

Slide 4 - Slide

Welke woorden kan je maken met "helpen"? 

Slide 5 - Slide

Welke woorden kan je maken met het woord 'logica'?

Slide 6 - Slide

Opdracht 30
Wat: Kies een werkwoord uit en maak daar zoveel mogelijk afleidingen van. 
Hoe: Alleen op een papiertje/in je schrift.
Hoelang: 1 minuut
Hulp: Geen
Klaar? Wacht totdat de timer afgaat. 
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Wie weet wat dit zijn?

Slide 8 - Slide

Met behulp van de trappen van vergelijking kan je aangeven hoe sterk een eigenschap is. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld. 
Dit cadeau is leuk, maar dit cadeau is leuker. Toch is dit cadeau het leukst. 

Cadeau = zelfstandig naamwoord
Leuk = bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Slide

Basisregel vergrotende trap
Van de stellende trap maak je een vergrotende trap door er -er achter te zetten. 
Let op de spelling! 

Zwaar, zwaarder
Laag, lager
dwaas, dwazer

Slide 11 - Slide

Basisregel overtreffende trap
Om de overtreffende trap te maken, zet je -st achter de stellende trap. 

groot, groter, grootst
Leuk, leuker, leukst
Mooi, mooier, mooist. 

Slide 12 - Slide

Uitzonderingen 1/2
Eindigt de stellende trap op een -r, dan schrijf je vaak ook een d erbij in de vergrotende trap. 
Eindigt de stellende trap op een -s, dan schrijf je geen extra s. 
Eindigt de stellende trap op -sch, -sd of -st dan schrijf je in de overtreffende trap meest. 
bijvoorbeeld: 
Logisch, meest logisch of verbaasd, meest verbaasd. 

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen 2/2
Er zijn onregelmatige trappen van vergelijking. 

Goed, beter, best
graag, liever, liefst

Slide 14 - Slide

Huiswerk volgende les: 
Over taal blok 3
Opdracht 31, 32, 35

Slide 15 - Slide