Hoe leer je voor aardrijkskunde?

Hoe leer je voor aardrijkskunde?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoe leer je voor aardrijkskunde?

Slide 1 - Slide

Stel je leest een paragraaf.
Hoeveel heb je daarvan onthouden na 1 week?
A
10%
B
20%
C
50%
D
75%

Slide 2 - Quiz

Stel je maakt een samenvatting.
Hoeveel van de lesstof heb je onthouden na 1 week?
A
10%
B
20%
C
50%
D
75%

Slide 3 - Quiz

Stel je luistert naar een uitleg.
Hoeveel heb je daarvan onthouden na 1 week?
A
10%
B
20%
C
50%
D
75%

Slide 4 - Quiz

Maar het beste werkt...
Lezen: 10%
Luisteren: 20%
Zien: 30%
Horen en zien: 50%
Bewerken van de informatie (bijvoorbeeld samenvatting maken): 75%
Uitleggen aan anderen: 90%

Slide 5 - Slide

Voordat je uitlegt... Maak een samenvatting!
Waar gebeurt het?
Wat gebeurt er?
Waarom gebeurt het (daar)?
--------------------------------------------
Is het gewenst dat het daar gebeurt?
Komt het nog ergens anders voor?

Slide 6 - Slide

Oefenen met vulkanisme
Waar gebeurt het?
Wat gebeurt er?
Waarom gebeurt het daar?
Waarom is het wel/niet gewenst dat het daar gebeurt?
Komt het nog ergens anders voor?

Pak je boek erbij op blz. 28. Noteer je antwoorden in je schrift.

Slide 7 - Slide

Oefenen met vulkanisme (1.3)
Waar gebeurt het?
Vulkanisme gebeurt op plekken waar aardbevingen voorkomen, in de buurt van plaatranden.
Wat gebeurt er?
Vloeibaar gesteente komt uit de aardmantel, soms rustig, maar kan ook explosief zijn. Naast lava kan er ook een pyroclastische stroom (gloedwolk) uitkomen: een golf van lava, rotsen en as over de grond, daarboven gas en rook. Deze kan 800 gr C zijn en met >100 km/u naar beneden razen.



Slide 8 - Slide

Oefenen met vulkanisme (1.3)
Waarom gebeurt het daar?
Bij subductie wordt de oceanische plaat onder de continentale plaat geduwd, deze smelt in de mantel en het materiaal stijgt op. Bij hoge druk gaat het magma omhoog en komt uit de krater als lava.
Waarom is het wel/niet gewenst dat het daar gebeurt?
Het is gevaarlijk voor de bevolking, maar vaak weinig slachtoffers omdat je een uitbarsting kunt voorspellen: trillingen, onrustige dieren, opzwellen vulkaan.
Voordeel is dat de bodems vruchtbaar zijn.



Slide 9 - Slide

Oefenen met vulkanisme (1.3)
Komt het nog ergens anders voor?
Het komt ook midden in oceanen. Door divergentie komt er ruimte tussen twee platen, die opgevuld wordt met magma. Als lava in contact komt met water, stolt het en vormt zich een mid-oceanische rug, een nieuw stukje oceaanbodem. Dit gebeurt rustig.

Slide 10 - Slide

Oefenen met erosie (1.3)-klas 2
Waar gebeurt het?
Wat gebeurt er?
Waarom gebeurt het daar?
Waarom is het wel/niet gewenst dat het daar gebeurt?
Komt het nog ergens anders voor?

Pak je boek erbij op blz. 28. Noteer je antwoorden in je schrift.

Slide 11 - Slide

Oefenen met erosie (1.3) - klas 2
Waar gebeurt het?
Erosie gebeurt hoog in de bergen, als gesteente in een rivier terecht komt. In de bovenloop van rivieren.
Wat gebeurt er?
In snelstromend water botsen en schuren stenen tegen elkaar, waardoor ze ronder worden. In de bovenloop schuren stenen over de bodem waardoor een diep dal in de bergen ontstaat (V-dal)

Slide 12 - Slide

Oefenen met erosie (1.3) - klas 2
Waarom gebeurt het daar?
Daar stroomt het rivierwater snel, waardoor grote stukken steen worden meegenomen en kleiner worden. 

Waarom is het wel/niet gewenst dat het daar gebeurt? Wel: zo ontstaat grind, zand en klei. 
Komt het nog ergens anders voor?

Slide 13 - Slide

Oefenen met erosie (1.3) - klas 2
Komt het nog ergens anders voor?
In berggebieden met gletsjers (dikke pakketten ijs die ontstaan door sneeuw dat niet smelt). Het gewicht zorgt ervoor dat de gletsjer langzaam naar beneden glijdt. Hierdoor worden de zijkanten uitgeschuurd, waardoor een U-dal ontstaat. Als dit vol zeewater loopt, zijn dit fjorden.
In droge gebieden vindt winderosie plaats. Zand wordt verplaatst door wind en kan hard gesteente uitschuren.

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Werk de leerdoelen uit 
Stel je zelf de vraag 'waarom?' 
Waarom is dit het juiste antwoord? Leg het uit!

Slide 15 - Slide

Extra tips!
- Leer gespreid
- Wissel onderwerpen af
- Leg begrippen/concepten in je eigen woorden uit
- Zoek voorbeelden bij abstracte zaken (vb. erosie)
- Beeldmateriaal; foto’s/filmpjes
- Koppel nieuwe leerstof aan wat je al weet (vb. erosie  dagje strand met harde wind  je wordt gezandstraald!)
- Maak een samenvatting (…)
- Werk de leerdoelen uit

Slide 16 - Slide

Leerdoelen uitwerken (1.5)
"Je weet dat in de ondergrond bewijs ligt dat Nederland ooit ergens anders heeft gelegen"

Kijk in je boek op blz. 44 en werk dit leerdoel uit.

Slide 17 - Slide

Leerdoelen uitwerken (1.5)
"Je weet dat in de ondergrond bewijs ligt dat Nederland ooit ergens anders heeft gelegen"
NL heeft op het zuidelijk halfrond gelegen. Dit kun je zien aan fossielen in de aardlagen en aan delfstoffen. Steenkool is gevormd toen NL bij de evenaar lag. Het is ontstaan uit planten in tropische moerassen die luchtdicht werden afgesloten en samengeperst. Steenkool is gevormd toen NL in een woestijnzone lag (nu Sahara). Er was een ondiepe binnenzee die indampte, waarbij het zout achterbleef. Dat werd een dik pakket en ligt nu in de ondergrond.

Slide 18 - Slide

Leerdoelen uitwerken (1.4) - klas 2
"Je begrijpt op welke manier sedimentgesteente ontstaat"

Kijk in je boek op blz. 34 en werk dit leerdoel uit.

Slide 19 - Slide

Leerdoelen uitwerken (1.4) - klas 2
"Je begrijpt op welke manier sedimentgesteente ontstaat"
Sedimentgesteente is samengeperst sediment. Verbrokkeld gesteente wordt afgezet (sedimentatie). Dit proces is al lang bezig en laagvlakten bestaan uit kilometers zand en klei. Deze lagen worden samengeperst door het enorme gewicht en veranderen in steen. Zand wordt zandsteen, klei wordt schalie (schelpen worden kalksteen).

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Vragen?

Slide 22 - Open question