2MH week 2 les 1

Le programme
- Bonjour​
-  Leerdoelen​
- Uitleg bijvoeglijk naamwoord​
- Check-out





1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Le programme
- Bonjour​
-  Leerdoelen​
- Uitleg bijvoeglijk naamwoord​
- Check-out





Slide 1 - Slide

Check- in
Salut la classe! 
Comment ça va aujourd'hui?

- ​Ça va fanstastique​
- Ça va bien ​
- Ça va comme çi comme ça​
- Ça va mal




Slide 2 - Slide

Les objectifs
Aan het eind van deze les:

- heb je geleerd over de vorm en de plaats van het bijvoeglijk naamwoord

- weet je dat er bijvoeglijke naamwoorden zijn die een onregelmatige vorm hebben








Slide 3 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Attention
  • Sommige bijvoeglijk naamwoorden hebben onregelmatige vormen!

Slide 9 - Slide

Onregelmatig vorm 1 
man. enkv
vr. enkv
vertaling
man. enkv
vr. enkv
vertaling
doux
douce
zacht
gros 
grosse
dik
bas
basse
laag 
pareil
pareille
gelijk
favori
favorite
favoriet
sec
sèche
droog
fou
folle
gek 
frais
fraîche
koel/ vers
gentil
gentille
aardig 

Slide 10 - Slide

Onregelmatige vormen
Deze 4 bv.nmw komen VOOR het zelfstandig.nmw 
man. enk
man.mv
vr. enk.
vr. mv.
bon
bons
bonne
bonnes
beau 
beaux
belle
belles
nouveau 
nouveaux
nouvelle
nouvelles
vieux 
vieux
vieille
vieilles

Slide 11 - Slide

Onregelmatige vorm 2  
man. enk
vr. enk.
klinker/ H
man. mv.
vr. mv.
bon
bonne
beau 
belle
bel
beaux
belles
nouveau 
nouvelle
nouvel
nouveaux
nouvelles
vieux 
vieille
vieil
vieux
vieilles

Slide 12 - Slide

Exemples
- Un bel objet.
- Un nouvel ordinateur.
- Un vieil homme.


Slide 13 - Slide

De is grijs
La souris (muis) est .........
A
grise
B
gris
C
grisse
D
grises

Slide 14 - Quiz

Een grote auto
Une ........ voiture
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 15 - Quiz

Een dikke hond
Un ............ chien
A
grosse
B
grosses
C
groses
D
gros

Slide 16 - Quiz

Dat is een goed idee
C'est une ....... idée .........
A
C'est une idée bonne
B
C'est une bonne idée
C
C'est une bon idée
D
C'est une idée bon

Slide 17 - Quiz

Het is een mooi meisje
C'est une ......... fille ..........
A
c'est une fille belle
B
c'est une beau fille
C
c'est une fille belles
D
C'est une belle fille

Slide 18 - Quiz

1) Kies het juiste woord:
Bijna alle bijvoeglijke naamwoorden komen voor/ achter het zelfstandig naamwoord
2) Wat gebeurt er met een bijvoeglijk naamwoord dat hoort bij: 
- een vrouwelijk zelfstandig naamwoord?
- een zelfstandig naamwoord in het meervoud?
3) Wat weet je over de volgende bijvoeglijke naamwoorden?
beau, bon, nouveau, vieux? 

Slide 19 - Slide