Par. 3.5 de zee klopt op de voordeur

WELKOM!
Boek, aantekenblad 3.5 en pen op tafel. Etui in de tas.
Chromebook: inloggen in LessonUp, scherm half dicht zolang er geen quizvragen zijn.


1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM!
Boek, aantekenblad 3.5 en pen op tafel. Etui in de tas.
Chromebook: inloggen in LessonUp, scherm half dicht zolang er geen quizvragen zijn.


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Lezen par. 3.5 t/m kopje:  Wat kun je er aan doen?
  • Bespreken theorie met kleine opdrachten tussendoor

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen eerste helft 3.5
  • Je kent de betekenis van de begrippen uit paragraaf 3.5.
  • Je kent het verband tussen overstromingsrisico en de grootte van de bevolking/ bevolkingsdichtheid van een dijkring.
  • Je kent het verband tussen overstromingsrisico en de economische waarde van een dijkring
  • Je kent 4 soorten polders: je kunt ze herkennen, je weet hoe ze ontstaan zijn.
  • Je kunt aangeven wat dynamisch kustbeheer is
  • Je kunt uitleggen hoe  zandsuppletie werkt en hoe dit kust afslag hersteld.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe beschermen wij ons land?
Dijkring: een stelsel van waterkeringen (dijken, dammen, duinen) en hogere gronden die het ingesloten gebied beschermen tegen overstromingen

1 / 10.000 per jaar betekent dat een gebied 1x in de 10.000 jaar mag overstromen.

Verschillen in risico. Waarom?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verband?
Bevolkingsdichtheid
Hoe hoger de bevolkingsdichtheid, hoe lager het overstromingsrisico
Economische waarde
Hoe hoger de economische waarde, hoe lager het overstromingsrisico

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Polders in soorten en maten
Polder = een door dijken omgeven stukland waarin de waterstand kunstmatig kan worden geregeld.
In Nederland 4 soorten polders:
  1. Zeepolders
  2. Veenpolders
  3. Droogmakerijen
  4. IJselmeerpolders

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zeepolder
Door sedimentatie door de zee bleef er veel klei en zand achter. Als je om zo'n opgeslibd stuk land een dijk legt heb je een zeepolder

Vooral Noord-Friesland en Noord-Groningen
Polder ontstaan door het bedijken van een kwelder

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Veenpolder - Kinderdijk
!
Boezem
Veenpolder
Poldermolen
Dijk
Veengebied dat door bodemdaling nu onder NAP ligt
Veen klinkt in (zakt) na ontwatering (afvoeren van overtollig water).

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Droogmakerijen
Droogmakerijen zijn polders die ontstaan zijn door het leegpompen van een plas of een stuk zee (om landbouw en bewoning mogelijk te maken).

Water werd weggepompt en via een ringvaart afgevoerd.

Slide 10 - Slide

Laat foto's zien van droogmakerijen en vraag de leerlingen om te beschrijven hoe ze zijn ontstaan en waarvoor ze worden gebruikt.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

IJsselmeerpolder
  • 20e eeuw
  • Vroegere Zuiderzee
  • Flevoland/Noordoostpolder

Doel: nieuw landbouwgrond + nieuwe woningruimte
Droogmakerij in de voormalige Zuiderzee

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Er zijn drie soorten polders in Nederland.

Zet de polders op de juiste volgorde, van hooggelegen naar laaggelegen.
Droogmakerij
Veenpolder
Zeepolder

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zijn zeepolders makkelijker in te polderen dan droogmakerijen?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een zeepolder en een droogmakerij?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Welke letter laat de ligging van een
droogmakerij zien?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
Je gaat nu aan de slag met:
Opdracht 2 en 3.

Tijd: 5 minuten
Hoe: zelfstandig, in stilte.

Eerder klaar? Maak een start met vraag 4. Hiervoor lees eerst de tekst.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kustafslag
wegslaan van stukken strand of duin tijdens een storm.
Door klimaatverandering vaker stormen en stijging zeespiegel. Hierdoor meer kans op kustafslag
Zeereep
Eerste hoge, min of meer gesloten duinenrij vanuit zee gezien

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oplossingen: zandsuppletie
Zand vanuit zee op of vlak voor het strand spuiten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

De Zandmotor of zandsuppletie werkt alleen bij een zeestroom van zuid naar noord.


Dynamisch kustbeheer
Kustbeheer in een breed duingebied waar men de natuur meer haar gang laat gaan.

Zandmotor als voorbeeld: zeestromen en wind verspreiden het zand op een natuurlijke manier. Een natuurlijk proces wordt zo in stand gehouden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je het proces waarbij er zand wordt neergelegd voor de kust om schade aan de kust te herstellen?
A
kustafslag
B
dynamisch kustbeheer
C
zandsuppletie
D
getijdenlandschap

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Lees de bron.
Geef aan waarom zandsuppleties een vorm van dynamisch kusbeheer is.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
Je gaat nu aan de slag met:
Opdracht 4, 5 en 6.




Slide 25 - Slide

This item has no instructions