Les 12 januari TML2v1a

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today
- Demonstrative pronouns (aanwijzend voornaamwoord)
- Plural (meervoud)

Slide 2 - Slide

Demonstrative pronouns
What are they?

Slide 3 - Slide

Dichtbij
Veraf
Enkelvoud
(singular)
This (dit, deze)
That (dat, die)
Meervoud
(plural)
These (deze)
Those (die)
Demonstrative pronouns

Slide 4 - Slide


A
This car
B
These car
C
Those car
D
That car

Slide 5 - Quiz


A
This books
B
These books
C
Those books
D
That books

Slide 6 - Quiz


A
This pencils
B
These pencils
C
Those pencils
D
That pencils

Slide 7 - Quiz


A
This bike
B
These bike
C
Those bike
D
That bike

Slide 8 - Quiz

Enkelvoud, dichtbij
Meervoud, veraf
Meervoud, dichtbij
Enkelvoud, veraf
This (dit, deze)
Those (die)
These (deze)
That (dat, die)

Slide 9 - Drag question

Plural
What is the general rule?

Slide 10 - Slide

Plural
What is the general rule?

Het meervoud wordt gevormd met een vaste S!

Slide 11 - Slide


A
Photos
B
Photo's

Slide 12 - Quiz

Churches
Hobbies
Lives / Roofs
Cliffs
Zeros / Tomatoes
Videos
Children, people and mice
Glasses, jeans and shorts
Sommige woorden zijn onregelmatig: leren!
Woorden die eindigen op een -o: +s of +es
Woorden die eindigen op een sisklank: +es
Woorden die eindigen op -f(e): +ves of +s
Woorden die eindigen op -ff: +s
Woorden die eindigen op een medeklinker +y: +ies
Woorden die eindigen op een klinker +o: +s
Sommige woorden gebruik je alleen in het meervoud.

Slide 13 - Drag question

Right or wrong?
Right
Wrong
Babys
Mouses
Lifes
Boxs
Pianoes
Cities
Dresses
Halves
Feet
Heroes

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide