De Randstad

Vraagstukken van stedelijke ontwikkeling Randstad
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vraagstukken van stedelijke ontwikkeling Randstad

Slide 1 - Slide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Nakijken examenvragen Ruimte voor de Rivier
  • Verder met de stad in NL

Slide 2 - Slide

Weekplenda
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Interne systeem aarde 

Exogene processen
Externe systeem aarde

Kringlopen
Landschaps-
zones

Middellandse
Zeegebied
Overstroming
rivieren

& kust
Beleid Water

Regionale problematiek

Randstad
(Middel)grote steden 

Wijken
Herhalings-
week
Systeem Aarde
Leefomgeving NL
SO
SO

Slide 3 - Slide

Terugblik
Schrijf nummer 1 t/m 9 op en schrijf erachter welke maatregel van ruimte voor de rivier wordt afgebeeld. (Je mag je samenvatting gebruiken)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1) Opgave 1: De Maas van bron tot monding



A =
B =
C =

Slide 6 - Slide

2) 
Hoogveengebied kan het water goed vasthouden, dus er zal minder water in Nederland afgevoerd worden. 
Dit is een goed antwoord, hoe kunnen we het nog beter maken?


Slide 7 - Slide

3) 
Bij Mook is het land een beetje opgestuwd waardoor de Maas niet naar het noorden kan stromen maar naar het westen gaat.

 Door de Beerse Overlaat was het regiem lager doordat er minder schommelingen waren in het waterafvoer.

Dit kwam doordat er water in de Beerse Overlaat tijdelijk opgeslagen kon worden. De Beerse Overlaat diende dus als een opbergplaats waar water tijdelijk opgeborgen kon worden.  
Dit is een goed antwoord, hoe kunnen we het nog beter maken?


Slide 8 - Slide

4) Samen antwoord formuleren
1) De Maas mond uit in de zee
2) Op de zee is er een storm
3) Het volkerak meer is een opbergplek - waterstand wordt laag gehouden

Waarom is het belangrijk dat het volkerak laag wordt gehouden? 

Slide 9 - Slide

5) Opgave 2: Ruimte voor de rivier bij Nijmegen

2 opties

Slide 10 - Slide

6) 
  1. Noodoverloopgebied = polder die onder water gezet kan worden bij extreem hoge waterstanden in de rivier (uiterste redmiddel)


  2. Afgraven uiterwaarden bij Lent = meer water afvoeren in het winterbed

Slide 11 - Slide

7) 
Wat zijn criteria voor een goede plek voor een noodoverloopgebied?

Slide 12 - Slide

8) 
Ooijpolder
Uiterwaarden

Slide 13 - Slide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Nakijken examenvragen Ruimte voor de Rivier
  • Verder met de stad in NL

Slide 14 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:



  • Ik ken de ligging en kenmerken van de Randstad, mainports, 
  • Ik ken het verschil tussen sectoraal en regionaal beleid.
  • Ik kan uitleggen van de criteria van ruimtelijke ordening zijn.
  • Ik kan het Nederlandse beleid tot de jaren ’90 en daarna omschrijven.

Slide 15 - Slide

Vraagstukken van Stedelijke gebieden
25% grondgebied NL
50% van bevolking

Amsterdam + Rotterdam zijn 


Politiek, economisch en cultureel hart van NL
Mainports
Hoofdknooppunt in mondiaal vervoernetwerk, waar intercontinentaal vervoer aansluit op continentale, nationale en regionale vervoersystemen. 

Slide 16 - Slide

Beleid
  • Overheid bepaald hoe ruimte gebruikt wordt
    (ruimtelijke ordening)

  • Sectoraal = één sector  (bijv. landbouw)
  • Regionaal = één regio 
     

Slide 17 - Slide

Beleid
Drie criteria voor ruimtelijke ordening:

  1. woningbehoefte 
  2. NL mag niet helemaal vol gebouwd worden
  3. voldoende infrastructuur 

Slide 18 - Slide

Fases beleid
Jaren 60, 70 en 80
Vanaf 1993
- focus op groeikernen,
- veel inkomsten trokken weg:  suburbanisatie (van stad naar omringende platteland)

- jonge gezinnen namen af in de stad (vergrijzing)

- files door suburbanisatie
- Vinex-locaties = suburbanisatie aan rand van de stad, om fileprobleem te verhelpen

- meer draagvlak voor voorzieningen in de stad 

Slide 19 - Slide

Opdracht
Iedereen krijgt 1 type wijk 

Jij gaat een promotie praatje houden over waarom dit dé beste wijk is om in te wonen. 

Dit doe je aan de hand van 1 of 2 PPT's slides.
Die stuur je naar mij vóór de volgende les. 

Slide 20 - Slide

Opdracht
  1. Historische binnenstad Den Haag
  2. 19e eeuwse arbeiders- of industriewijk Den Haag
  3. Vooroorlogse stadswijk Den Haag
  4. Naoorlogse wijk Den Haag
  5. Groeikern Zoetermeer
  6. Vinex-locatie Ypenburg 
Tip: gebruik paragraaf 3.1

Slide 21 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:



  • Ik ken de ligging en kenmerken van de Randstad, mainports.
  • Ik ken het verschil tussen sectoraal en regionaal beleid.
  • Ik kan uitleggen van de criteria van ruimtelijke ordening zijn.
  • Ik kan het Nederlandse beleid tot de jaren ’90 en daarna omschrijven.

Slide 22 - Slide

1. Wat hoort bij de  randstad?
2. welke steden zijn de mainports?
3. Wat is het verschil tussen sectoraal en regionaal beleid?
4. Wat zijn de 3 criteria van ruimtelijke ordening?
5. Grootste verschil in beleid?

Slide 23 - Slide

Woordenboek
Vul je persoonlijke woordenboek aan met de 
woorden die je nog niet kent:
Noordvleugel
Zuidvleugel
Mainports
Groene hart
Stedelijk netwerk
Reikwijdte
verzorgingsgebied

Metropoolvorming
ruimtelijke ordening
sectoraal beleid
groeikern
VINEX-locaties

Slide 24 - Slide