M3 Nask1 H6 Warmte Nova Max

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H6: Warmte

H6 Warmte

• 4 paragrafen
• 10 lessen
• toets op 17 April

Nu maak je de voorkennistoets

Bladzijde 74 en 75

grootheid

symbool

eenheid 

symbool

temperatuur 

Graden Celsius

T

 °C 

In een waterkoker wordt                           

omgezet in                           .

De                                                               verandert daarbij niet. 

Dit noemen we                                                                      . 

Door het verwarmen van water neemt de                                           van de moleculen

 

toe, en stijgt de                                   van het water.

elektrische energie

warmte

totale hoeveelheid energie

de wet van behoud van energie

gemiddelde snelheid

temperatuur

6.1 Warmte en temperatuur

Leerwerk

Opgenomen energie

 staafmixer

afgestane energie

elektrische energie 100%

nuttige energie: bewegingsenergie 40% 

niet-nuttige energie: warmte 60%

energie omzetter

6.1 Warmte en temperatuur

Q = E = P x t

Q is warmte in Joule (J)

E is energie in Joule (J)

P is vermogen in Watt (W)

t is tijd in seconde (s)

kJ = 1000 J

MJ = 1000.000 J

Leerwerk

'Power'

Een lamp heeft een vermogen van 6 W. Het heeft een hoeveelheid energie van 300 J omgezet. Hoe lang duurde de energie-omzetting?

1. 30 s
2. 6 s
3. 50 s
4. 1800 s

Op een stofzuiger staat:
230V, 50 Hz, 10 A, 2300 W
Wat is het vermogen?

1. 230V
2. 50Hz
3. 10A
4. 2300W

6.1 Warmte en temperatuur

P=UxI

Vermogen=Spanning x Stroomsterkte

(Watt=Volt x Ampere)

Leerwerk

Een elektrische waterkoker zit in het stopcontact en de stroomsterkte door de waterkoker is 2A.
Wat is dan het vermogen van de waterkoker?

1. tussen de 0 - 200W
2. tussen de 200 - 400W
3. tussen de 400 - 600W
4. Meer dan 600W

6.1 Warmte en temperatuur

Voedsel energie in calorieën

1 calorie = energie nodig om        

1 gram water 1 graad Celsius te verwarmen

1 Cal = 4,2 J

Leerwerk

Paragraaf 1

Bladzijde 74 t/m 79 lezen

Blz 79-87: opgave 1 t/m 11

6.2 Brandstoffen verbranden

chemische energie:

• aardolie
• aardgas
• hout
• steenkool

Leerwerk

De verbrandingswarmte van biogas is 21 MJ/m3. Hoeveel verbrandingswarmte zit er in 3 m3 biogas?

1. 7 MJ
2. 18 MJ
3. 24 MJ
4. 63 MJ

Geen vragenblad

Verbrandingsreacties

6.2 Brandstoffen verbranden

chemische energie:

• aardolie
• aardgas
• hout
• steenkool

Leerwerk

273,15 graden Kelvin

0 graden Kelvin

310 graden Kelvin

0 graden celcius

- 273,15 graden celcius

36,85 graden celcius

583,15 graden celcius

Paragraaf 2

Bladzijde 88 t/m 93 lezen

Blz 93-100: opgave 1 t/m 12

6.3 Warmtetransport

Warmtetransport:

• geleiding
• straling
• stroming

Leerwerk

Oefenen met een applet

https://phet.colorado.edu/sims/html/energy-forms-and-changes/latest/energy-forms-and-changes_all.html

Open de applet.

Kies "Intro" .

Zet "energy symbols" aan.

Probeer eens wat opties uit.

Probeer ook eens een "systeem" te bouwen.

Paragraaf 3

Bladzijde 101 t/m 104 lezen

Blz 104-111: opgave 1 t/m 13

6.4 Isoleren

• straling
• stroming
• geleiding

6.4 Isoleren 

Koudebrug

Extra uitleg

Een koudebrug, ook wel een thermische brug genoemd, is een plek in een gebouw waar warmte sneller naar buiten ontsnapt, vaak door een onderbreking in de isolatie. Dit gebeurt meestal op punten waar bouwmaterialen elkaar overlappen of waar de isolatie niet doorlopend is.

Vragenblad Warm Huis

Je krijgt nu een vragenblad over de video op de volgende dia.

Lees de vragen voordat de video aangaat goed door.

Je moet schrijven tijdens het kijken...

Na de video moeten jullie de antwoorden klassikaal geven.

Antwoorden Kernpunt

Warm huis

Paragraaf 4

Bladzijde 112 t/m 116 lezen

Blz 116-123: opgave 1 t/m 11