What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 2: Herhaling unidad 1 + unidad 2 opdracht 1 t/m9
Programma
Tussentijdse toets
Unidad 1:
Herhalen
Reglas y sistemas
Unidad 2: Primeros contactos
- Zich voorstellen
Praten over beroepen
- WW Ser-Tener
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
spaans
HBO
Studiejaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programma
Tussentijdse toets
Unidad 1:
Herhalen
Reglas y sistemas
Unidad 2: Primeros contactos
- Zich voorstellen
Praten over beroepen
- WW Ser-Tener
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
EL-LA-LOS-LAS
¡A practicar!
https://aprenderespanol.org/ejercicios/gramatica/articulos/determinados-1
Slide 3 - Slide
Primeros contactos tb p.19
welke beroepen hebben de personen op de foto??
15
¿ Quién es?
ik ben
ik woon in
ik werk in
¿ Qué significa?
Olivia Varela,
Slide 4 - Slide
Mucho Gusto p.20: luister naar de dialogen van opdr.2
16
17
18
Encantad
o
wordt gezegd door
Encantad
a
wordt gezegd door
Mucho gusto is altijd goed
De betekenis?
mannen
vrouwen
Aangenaam.
Slide 5 - Slide
vul in m.b.v. de dialogen in opdr. 2
Slide 6 - Slide
De antwoorden.....
Slide 7 - Slide
Het antwoord op de vraag hoe het gaat zal niet altijd
"( muy) bien" zijn , hieronder andere opties.....:
Slide 8 - Slide
Los pronombres personales en de vervoeging van ser
i
k
jij
hij/zij/u
wij
jullie
zij
ser=zijn
soy
eres
es
somos
sois
son
yo
tú
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
maak opdr. 4 p.21
timer
3:00
Slide 9 - Slide
SER
versus
SER DE
Het werkwoord
SER
betekent
zijn :
Soy Ana=
ik
ben Ana
het werkwoord
SER
met het voorzetsel
DE
betekent lettelijk
ZIJN VAN maar
wij zeggen
KOMEN UIT:
Soy de España= ik kom uit Spanje
Slide 10 - Slide
Het gebruik van het werkwoord ser
Wat denk je dat "
Yo soy Ana "
betekent?
En hoe vertaal je dan
"Yo soy de Holanda"
?
¿ De
dónde
eres?
betekent???
Ik ben Ana
Ik kom uit Nederland.
Waar kom je vandaan?
lett.: Van waar ben jij?
Slide 11 - Slide
Hoe zeg je : ik ben Carmen
A
me llamo Carmen
B
Soy Carmen
C
Soy de Carmen
D
Me llamas Carmen
Slide 12 - Quiz
hoe zeg je : ik kom uit Guatemala?
A
Soy Guatemala
B
Soy de Guatemala
Slide 13 - Quiz
Hoe vraag je : kom je uit Spanje?
A
¿Eres España?
B
¿ Eres de España?
C
¿De dónde España?
D
¿De dónde eres España?
Slide 14 - Quiz
Señor/ señora met en zonder lidwoord, tb p 20,wb (!)p 25
vergelijk de volgende zinnen:
1. Mucho gusto, señora Ribas ( dialoog 1 oef.2)
2. La señora Ribas es la organizadora del congreso (oef 4)
Wanneer gebruik je het lidwoord en wanneer niet?
:
maak opdr. 5B
wb
p.
18
timer
4:00
Slide 15 - Slide
La profesión y el lugar de trabajo p. 22/23
zie voor meer beroepen p.170 TB
Slide 16 - Slide
¿ Qué hace usted? p.23 TB
Slide 17 - Slide
Informació
n personal p.23
21
luister en vul het schema
Hoe vraag je:
Wat is jouw/uw (mobiele) telefoonnummer? :
¿ Cuál es tu/su teléfono/ número de móvil?
an
twoord: es el.........
Heeft u/ Heb jij email?
¿ Tiene/s correo electrónico?
antwoord: Sí, es.........
.
Slide 18 - Slide
De vervoeging en gebruik van tener p.24 Tb
Tener
= hebben in de betekenis van bezitten.
yo
tengo
tú t
ie
nes
él/ella/usted t
ie
ne
nosotros/as tenemos
vosotros/as tenéis
ellos/ellas/ t
ie
nen
ustedes
LET OP:
Slide 19 - Slide
werken in groepjes
Unidad 2
Ga naar je agenda en naar het groepje waarbij je bent ingedeeld
en maak:
opdracht 5 p.21 tb
opdracht 7 p.22 tb
opdracht 8 p.23 tb
opdracht 1, 2, 10, 13 wb
Om 12u10 terug in de algemene vergadering!!
Slide 20 - Slide
Lidwoord of niet?
Buenas tardes,______señora García.
¿Es usted___señor Gómez?
_____señora Alonso es profesora
Slide 21 - Open question
Vraag en geef antwoord:
Hoe heet je/ u?
Hoe gaat het met jou/ u?
Waar kom je/ komt u vandaan?
Wat doe je/ doet u?
¿ Cómo te llamas/se llama?
Me llamo..../Soy......
¿ Qué tal?
¿ Cómo estás/está usted?
(muy) bien/ regular/(muy) mal/fatal
¿ De dónde eres/es usted?
Soy de........
¿ Qué haces/ hace usted?
Soy..../ trabajo/ estudio
Slide 22 - Slide
¿ Cómo se escribe?
¿ Cómo se escribe tu nombre?
¿ Cómo se escribe tu apellido?
¿Cómo se escribe el nombre de tu ciudad/pueblo?
Slide 23 - Slide
Soy
Tiene
es
Son
tengo
Yo ....... la profesora
Sandra ..... doce años
Mi asignatura ... español
Los chicos .... guapos
Mañana yo .... clase de inglés
Slide 24 - Drag question
Deberes:
Unidad 2
opdr. 1 t/m 14 wb
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Con Gusto 1, 1a semana 2a clase
October 2020
- Lesson with
32 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
Minor A1 Unidad 2
September 2021
- Lesson with
32 slides
spaans
HBO
Studiejaar 1
Con Gusto 1, UNIDAD1, semana 2a clase
October 2020
- Lesson with
42 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
Unidad 2.2
October 2022
- Lesson with
23 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 2.2
October 2021
- Lesson with
19 slides
spaans
HBO
Beroepsopleiding
Studiejaar 1
14-11-2022
November 2022
- Lesson with
20 slides
Spaans
Beroepsopleiding
12-11-2024
17 days ago
- Lesson with
23 slides
Spaans
Beroepsopleiding
05-11-2024
24 days ago
- Lesson with
19 slides
Spaans
Beroepsopleiding