What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
OEFENTOETS - VS en SU in het Interbellum
Hoe noemen we de periode tussen 2 oorlogen?
A
Interbellum
B
Tussentijd
C
La belle epoque
D
Roaring twenties
1 / 37
next
Slide 1:
Quiz
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoe noemen we de periode tussen 2 oorlogen?
A
Interbellum
B
Tussentijd
C
La belle epoque
D
Roaring twenties
Slide 1 - Quiz
In welk jaar wordt de Sovjet-Unie opgericht?
A
1914
B
1917
C
1918
D
1922
Slide 2 - Quiz
Onder Lenin verandert de naam Rusland naar Sovjet-Unie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Wie introduceerde de planeconomie in de Sovjet-Unie?
A
Lenin
B
Stalin
C
Gorbatsjov
D
Poetin
Slide 4 - Quiz
Welke past NIET bij de Sovjet-Unie?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Communisme
D
Planeconomie
Slide 5 - Quiz
A
Stalin
B
Lenin
C
Tsaar Nicolaas II
D
Marx
Slide 6 - Quiz
Welke volgorde van Russische leiders van vroeger naar later is juist?
A
Tsaar - Stalin - Lenin
B
Lenin - Stalin - Tsaar
C
Tsaar - Lenin - Stalin
D
Stalin - Lenin - Tsaar
Slide 7 - Quiz
De bedenker van communisme was?
A
Marx
B
Lenin
C
Stalin
D
Kautsky
Slide 8 - Quiz
Lenin was de opvolger van Stalin
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Wie hielp Lenin om naar Rusland te komen en waarom?
A
De Russische Tsaar. Hij hoopte dat Lenin de rust kon laten terugkeren.
B
De Russische Tsaar. Hij hoopte dat Lenin onrust zou zaaien in Rusland.
C
Frankrijk. Zij hoopten dat Lenin zich zou terugtrekken uit de Eerste Wereldoorlog
D
Duitsland. Zij hoopten dat Lenin vrede zou sluiten met Duitsland.
Slide 10 - Quiz
Wie hoort niet in het onderstaande rijtje thuis?
A
Lenin
B
Tsaar Nicolaas II
C
Stalin
D
Marx
Slide 11 - Quiz
Stalin organiseerde showprocessen. Welke reden had hij daarvoor?
A
Zo liet hij zien dat hij beter was dan zijn voorganger, die mensen zonder proces in strafkampen liet opsluiten.
B
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
C
Dankzij de showprocessen leek het alsof er in de Sovjet-Unie een eerlijke rechtspraak was.
D
Door de showprocessen werd Stalin steeds populairder, ook bij zijn tegenstanders.
Slide 12 - Quiz
Wat was de 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
De gevangenissen en werkkampen in Siberië
Slide 13 - Quiz
Wat past niet bij het communisme?
A
Ongelijkheid
B
Arbeiders aan de macht
C
Tegen kapitalisme
D
Einde aan de klassenmaatschappij
Slide 14 - Quiz
Hoe wilden communisten hun doel bereiken?
A
Door verkiezingen
B
Door revolutie
C
Door af te wachten
D
Door te praten
Slide 15 - Quiz
Waar of niet waar?
Rusland werd na de Vrede van Brest-Litovsk bondgenoot van Duitsland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en goelag
C
goelag en totalitair
D
communisme en censuur
Slide 17 - Quiz
Welke ideologie (gedachtegoed) had de Sovjet Unie?
A
Communisme
B
Kapitalisme
C
Nationalisme
D
Fascisme
Slide 18 - Quiz
De Beurskrach houdt in:
A
De economische crisis van 1929
B
De daling van de welvaart
C
De ineenstorting van de aandelenkoers op de beurs van Wallstreet
Slide 19 - Quiz
Wat betekent persoonsverheerlijking?
A
een persoon is heerlijk
B
een persoon wordt als geweldig afgeschilderd
C
een persoon wordt als superheld afgeschilderd
D
een persoon is een leider
Slide 20 - Quiz
Deze afbeelding past het beste bij
A
Een oorzaak van de roaring twenties
B
Een gevolg van de roaring twenties
C
Een oorzaak van de Beurskrach
D
Een gevolg van de Beurskrach
Slide 21 - Quiz
Wanneer waren de roaring twenties
A
1920 - 1935
B
1919 - 1929
C
1914 - 1918
D
1929 - 1939
Slide 22 - Quiz
Welke zin over de jaren 1920 is juist?
A
Europa had economisch een flinke voorsprong op de VS, dankzij allerlei uitvindingen uit de Eerste Wereldoorlog.
B
In Europa brak een periode van welvaartsgroei aan, die duurde tot het begin van de Tweede Wereldoorlog.
C
In het westen ontstond een consumptiemaatschappij, waarin het kopen van luxeartikelen en genotsmiddelen belangrijk werd.
D
Steeds meer Amerikanen kregen elektriciteit in huis en er werden in Europa voor het eerst massaal auto's gekocht.
Slide 23 - Quiz
Wanneer was de beurskrach?
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919
Slide 24 - Quiz
Hoe heet de economische ontwikkeling
die je in de bron ziet?
Gebruik de bron
A
(hyper)inflatie
B
beurskrach
C
crisis
D
wederopbouw
Slide 25 - Quiz
Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen
Slide 26 - Quiz
Waarom ontstond er een wereldcrisis in 1929?
A
Duitsland kon de herstelbetalingen niet meer doen
B
In Amerika was er een consumptiemaatschappij ontstaan
C
Na de beurskrach gingen vele banken failliet
D
Te veel mensen hadden meer geld geleend dan ze konden terugbetalen
Slide 27 - Quiz
Wat zijn Hoovervilles
A
villa's van president Hoover
B
Boerderijen en fabrieken
C
vakantiewoningen
D
krotwoningen
Slide 28 - Quiz
Hoe heette het werkgelegenheidsplan van Roosevelt waarmee hij een einde aan de crisis wilde maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
New Deal
C
Crisisplan
D
Hoovervilles
Slide 29 - Quiz
Leg uit waarom Duitsland zwaar werd getroffen door de crisis in de Verenigde Staten.
Slide 30 - Open question
De toespraak van Roosevelt maakte duidelijk dat hij anders dacht over de economie dan zijn voorganger Herbert Hoover. Wat past bij Hoover?
A
Regering moet met subsidies mensen aan het werk houden
B
Regering moet veel steun geven aan armen en werklozen
C
Na verloop van tijd zijn de prijzen zo laag dat mensen weer gaan kopen
Slide 31 - Quiz
Waarom zouden veel Amerikanen bij de presidentsverkiezingen op Roosevelt hebben gestemd, en niet op Hoover?
Slide 32 - Open question
Welke nieuwe sociale groep ontstond door de industrialisering van Rusland?
Slide 33 - Open question
Hoe heetten de aanhangers van Lenin in Rusland?
Slide 34 - Open question
Welke veranderingen stelt Lenin voor met zijn aprilstellingen?
Noem er twee.
Slide 35 - Open question
Welke groepen mensen waren de 'Sovjets'?
Slide 36 - Open question
Met de 'New Deal' wilde de president van Amerika de werkloosheid bestrijden.
Geef twee voorbeelden van de ingrepen in de economie.
Slide 37 - Open question
More lessons like this
PW - VS, SU en Duitsland in het Interbellum VWO
3 days ago
- Lesson with
39 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Laatste les voor rep hoofdstuk 2
December 2022
- Lesson with
28 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Rusland - communisme
September 2019
- Lesson with
43 slides
Geschiedenis
Secundair onderwijs
Rusland - communisme
March 2021
- Lesson with
39 slides
Geschiedenis
Secundair onderwijs
De Goelag in beeld
November 2018
- Lesson with
49 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Geschiedenisleraar.nl
De Goelag in beeld
August 2022
- Lesson with
49 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Geschiedenisleraar.nl
De Koude Oorlog (1900-1950)
April 2017
- Lesson with
41 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Geschiedenisleraar.nl
De Koude Oorlog (1900-1950)
May 2019
- Lesson with
41 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Geschiedenisleraar.nl