europa les 3

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is conjunctuur?

  • Hoogconjunctuur
  • Laagconjunctuur
  • Conjunctuurgolf


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Anti-cyclisch en pro-cyclisch

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Internationale verschillen
Convergentie <----------------------> Divergentie
verschillen tussen landen                   verschillen tussen landen
worden relatief kleiner                                 worden relatief groter

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

zelfbinding
Bij zelfbinding ‘bindt’ een partij zich vrijwillig aan het maken van een bepaalde keuze.

Zelfbinding wordt geloofwaardiger  de ander weet dat jij bij het breken van je belofte nadeel zult ondervinden, zal de belofte eerder geloofd worden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het stabiliteitspact is een afspraak die gemaakt is tussen ...
A
EMU-landen
B
EU-landen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke afspraken hebben de EMU landen in het stabiliteitspact gemaakt?
A
Staatsschuld mag maximaal 3% van het BBP zijn en het overheidstekort 60%
B
De staatsschuld mag maximaal 60% van het BBP zijn en het overheidstekort 3%
C
De groei van de overheidsuitgaven moet onder de 3% blijven

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 21: Bekijk nog eens bron 3. In welke periode voldeed Nederland niet aan de afspraken van het stabiliteitspact?
A
2006 tot 2008
B
2007 tot 2010
C
2009 tot 2010
D
2008 tot 2009

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De overheid van de VS legt wegen aan in tijden van laagconjunctuur
A
Pro-Cyclisch beleid
B
Anti-Cyclisch beleid

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De overheid besluit midden in een economische crisis om de werkloosheidsuitkeringen te verlagen. Dit heeft een:
A
Pro-cyclisch effect
B
Anti-cyclisch effect

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De rente op sparen en lenen daalt wordt steeds lager. Een daling van de rente ten tijde van laagconjunctuur heeft een ... effect
A
Pro-cyclisch
B
Anti-cyclisch

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor beleid wil het kabinet voeren om uit de coronacrisis te komen?
A
Een pro-cyclisch beleid
B
een anti-cyclisch beleid

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het beleid van de overheid is gelijkgesteld aan de conjuncturele ontwikkeling. Welk beleid is van toepassing?
A
Anti-cyclisch (begrotings)beleid
B
Pro-cyclisch (begrotings)beleid

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

I: bij hoogconjunctuur is het politiek lastig om anti-cyclisch beleid te voeren
II: anti-cyclisch beleid kan door politieke besluitvorming omslaan in pro-cyclisch beleid
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist II: onjuist
D
I: onjuist II: juist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

We spreken van convergentie in de EU als...
A
de inkomensverschillen in de rijke lidstaten afnemen
B
de inkomensverschillen in de arme lidstaten toenemen
C
er sprake is van kleinere inkomensverschillen tussen de lidstaten
D
er sprake is van grotere inkomensverschillen tussen de lidstaten

Slide 24 - Quiz

met convergentie wordt bedoeld dat verschillende technologieën en marktpartijen naar elkaar toe groeien.