Proefwerk 3: unit 4 en 5
30
21
Proefwerk 4:
Onregelmatige werkwoorden 1t/m 122
30
TW (25)
Proefwerk 5:
- Bijvoeglijke naamwoorden + bijwoorden (unit 1)
- If-zinnen (unit 2)
- The passive (unit 3)
- The genitive (unit 4)
- Voorzetsels (unit 4)
- Lidwoord ‘the’ (unit 4)
- Toekomst: will/shall / am/are/is going to (unit 5)
- Toekomst: present simple + present continuous (unit 5)
- Present simple, present continuous, past simple, past
continuous (unit 5)
- words en expressions unit 6
30