Les 29 mei Armoede

Doelgroepen
Les 29 mei
Armoede
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Doelgroepen
Les 29 mei
Armoede

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


  • AWR 
  • Doel van vandaag
  •  film 
  • Vragen beantwoorden
  • Uitleg huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is armoede?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Na deze les:

weet ik dat er ook in Nederland armoede bestaat en hoe dit eruit kan zien.
doelen van vandaag


weet ik wat de voedselbank is en wat zij doen.

Weet ik hoe ik zelf mensen kan helpen


Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Armoede in Nederland

Nederland is een van de rijkste landen ter wereld. Toch spreek je ook van armoede in Nederland.





Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is arm?
Ben je arm als je de nieuwste telefoon niet kunt kopen? Of als je minder rijk bent dan je vrienden? Nee, in Nederland is iemand arm als zijn of haar inkomen heel laag is. Van een inkomen moeten  vaste kosten betaald worden, zoals de huur van je huis of een energierekening. Bij een te laag inkomen, is er te weinig geld over om na die vaste kosten ook nog boodschappen te doen of kleding te kopen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

                                             Luxe of noodzakelijk?

Verdeel de klas in twee delen. Bij het raam = luxe product (waar je zonder mee kunt leven) en bij de deur is noodzakelijk. 

Draai aan het rad. Vind jij het een luxe product of noodzakelijk? Loop naar het raam of naar de deur. Kun je jouw mening uitleggen?
Wat vind jij?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Denkgesprek
Weet jij het al?
Stel je voor: je wordt morgen wakker en opeens zijn jouw ouders miljonair. Verandert er iets in jouw leven, denk je? Wat dan?

Stel je voor: je wordt morgen wakker en opeens zitten jouw ouders in de schulden
Verandert er iets in jouw leven, denk je? Wat dan?
Een denkgesprek voeren doe je zo!
Lees de vraag en denk er voor jezelf over na. Deel vervolgens jouw ideeën in de klas!
de schulden
Als je schulden hebt, dan moet je nog geld terugbetalen aan iemand anders, bijvoorbeeld aan de bank. 
Als je meer geld uitgeeft dan je eigenlijk hebt, kun je in de schulden terechtkomen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

EENS of ONEENS?

Eens =  

Oneens=
Wat vind jij?
1. Kinderen die arm zijn, moeten meer gratis krijgen

2. Je kunt je arm voelen terwijl je eigenlijk helemaal niet arm bent

3. Iedereen kan later gaan studeren wat-ie wil. het maakt niet uit of je arm of rijk bent,

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

kijkopdracht          https://www.npostart.nl/VPWON_1188513
                          
- Welke signalen zie je van armoede
- Welk effecten heeft de armoede op het gezin van Catelijne, denk hierbij aan alle leden van het gezin.
- Welke sociale problemen zie je terug bij Catelijne?
- Welke (sociale)systemen heeft Catelijne?
- Hoe laat Catelijne het begrip ‘eigen kracht’ zien?
- Hoe zou jij Catelijne helpen als jij dit als professional in de wijk tegen zou komen?  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Kinderen die opgroeien in een achterstandssituatie lopen een veel groter risico op problemen in hun ontwikkeling. Ook is er een vergroot risico op andere problemen.

Welke problemen kunnen optreden bij kinderen in achterstandssituaties? Noem er minimaal vier.

Slide 13 - Open question

  1. minder goede schoolprestaties
  2. grotere kans op schooluitval
  3. grotere kans in de criminaliteit te belanden
  4. grotere kans op verslaving
  5. grotere kans op ongezonde eet- en leefgewoonten
Hoe jonger het kind, hoe groter de invloed van de omgeving waarin het kind opgroeit.

Waarom is dit zo? Maak een vergelijking tussen een baby en een puber.

Slide 14 - Open question

  • Een baby kan zich nog geen minuut onttrekken aan de omgeving waarin hij opgroeit. Een puber kan gewoon de deur uitlopen.
  • Een baby kan niet kritisch nadenken over het gedrag van zijn ouders. Een puber kan dit wel.
  • Een baby ervaart slechts. Een puber denkt veel na.
  • Een baby kan zijn ontwikkeling niet zelf sturen. Een puber kan dit wel.
Welke uitspraken zijn juist?
A
De problemen van kinderen in achterstandssituaties doen zich vooral voor op cognitief en emotioneel vlak.
B
De problemen van kinderen in achterstandssituaties doen zich op alle ontwikkelingsgebieden voor.
C
De problemen van kinderen in achterstandssituaties doen zich vooral voor op het vlak van persoonlijkheidsontwikkeling en op sociaal vlak.
D
De problemen van kwetsbare ouderen doen zich op alle ontwikkelingsgebieden voor.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Veel mensen denken dat armoede hetzelfde is als gebrek aan geld.

Waarom betekent armoede meer dan alleen gebrek aan geld?

Slide 16 - Open question

Wie arm is, voelt zich vaak minder waard en schaamt zich vaak voor het ‘arm zijn’.
Het is ook: piekeren hoe rond te komen, angst en onzekerheid, of je schuldig voelen over dat je weer niet op vakantie kan.
Armoede gaat vaak van generatie op generatie over.

Wat is hiervan de oorzaak?


A
Armoede gaat gepaard met zorgen.
B
Er zijn vaak meerdere probleemsituaties.
C
Het is erg moeilijk om je aan armoede te ontworstelen.
D
Kinderen uit arme gezinnen gaan vaak vroeg het huis uit.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Armoede gaat vaak van generatie op generatie over.

Wat is hiervan de oorzaak?
A
Armoede gaat gepaard met zorgen.
B
Er zijn vaak meerdere probleemsituaties.
C
Het is erg moeilijk om je aan armoede te ontworstelen.
D
Kinderen uit arme gezinnen gaan vaak vroeg het huis uit.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions