Vervoer opgave 6.15 & 6.16 uitleg Ek

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Substitutie of complementair?
Sloffen en dikke sokken
A
Substitutie
B
Complementair

Slide 2 - Quiz

Substitutie of complementair?
Aansteker en kaarsen
A
Substitutie
B
Complementair

Slide 3 - Quiz

Substitutie of complementair?
Warme chocomelk en slagroom
A
Substitutie
B
Complementair

Slide 4 - Quiz

Substitutie of complementair?
Appel en Peer
A
Substitutie
B
Complementair

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Uit onderzoek blijkt het volgende verband tussen de vraag naar inkjetprinters end e prijs van inktcartridges. 
Qv=-200Pi+10.000
Qv= vraag naar inkjetprinters
Pi= prijs van inktcartridges in euro's 

Slide 9 - Slide

Qv=-200Pi+10.000
Qv= vraag naar inkjetprinters
Pi= prijs van inktcartridges in euro's
Bereken de vraag naar inkjetprinters bij een prijs van €40 voor een inktcartridge
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Qv=-200Pi+10.000
Qv= vraag naar inkjetprinters
Pi= prijs van inktcartridges in euro's
Bereken de vraag naar inkjetprinters bij een prijs van €40 voor een inktcartridge 
Invullen van de Pi van €40
-200*40+10.000= 2.000 injektprinters

Slide 11 - Slide

Qv=-200Pi+10.000
Qv= vraag naar inkjetprinters
Pi= prijs van inktcartridges in euro's
Bereken de vraag naar inkjetprinters bij een prijs van €30 voor een inktcartridge
timer
2:00

Slide 12 - Open question

Qv=-200Pi+10.000
Qv= vraag naar inkjetprinters
Pi= prijs van inktcartridges in euro's
Bereken de vraag naar inkjetprinters bij een prijs van €40 voor een inktcartridge 
Invullen van de Pi van €30
-200*30+10.000= 4.000 injektprinters

Slide 13 - Slide

Bereken de Ek van de vraag naar inkjetprinters als de prijs van inktcartridges stijgt van €30 naar €40.
Ek= % verandering Qv(a)/%verandering P(b)
timer
2:30

Slide 14 - Open question

Bereken de Ek van de vraag naar inkjetprinters als de prijs van inktcartridges stijgt van €30 naar €40.
Ek= % verandering Qv(a)/%verandering P(b)
% verandering Qv(a)
(2.000-4.000)/4.000*100=-50%
% verandering P(b)
(40-30)/30*100=33,3%
-50/33,3=-1,5
De kruislingse elasticiteit is -1,5

Slide 15 - Slide

Ek=-1,5
Complementair of substitutie?
A
Complementair
B
Substitutie

Slide 16 - Quiz

Opgave 6.16
De vraag naar product A reageert als volgt op de prijs van 
product B.
Qva=400Pb+10.000
Qva= vraag naar product A
Pb= prijs van product B in euro's

Slide 17 - Slide

Bereken de vraag naar product A bij een prijs van €20 voor product B.
Qva=400Pb+10.000
timer
2:00

Slide 18 - Open question

Opgave 6.16
De vraag naar product A reageert als volgt op de prijs van 
product B.
Qva=400Pb+10.000
Qva= vraag naar product A
Pb= prijs van product B in euro's  ---> €20
400*20+10.000=18.000 stuks 

Slide 19 - Slide

Bereken de vraag naar product A bij een prijs van €10 voor product B.
Qva=400Pb+10.000
timer
2:00

Slide 20 - Open question

Opgave 6.16
De vraag naar product A reageert als volgt op de prijs van 
product B.
Qva=400Pb+10.000
Qva= vraag naar product A
Pb= prijs van product B in euro's  ---> €10
400*10+10.000=14.000 stuks

Slide 21 - Slide

Bereken de % hoeveelheidsverandering. De vraag was 18.000 en daalde naar 14.000
timer
2:00

Slide 22 - Open question

Bereken de % hoeveelheidsverandering. De vraag was 18.000 en daalde naar 14.000
(14.000-18.000)/18.000*100=-2,2%
(n-o)/o*100

Slide 23 - Slide

Bereken de % prijsverandering als de prijs daalt van €20 naar €10
timer
1:00

Slide 24 - Open question

Bereken de % prijsverandering als de prijs daalt van €20 naar €10
(10-20)/20*100=-50%
(n-o)/o*100

Slide 25 - Slide

Kruislingse prijselasticiteit 
Ek= % verandering Qva/% verandering Pb
% verandering Qva = -22,2
% verandering van Pb= -50%

Slide 26 - Slide

Bereken de kruislingse prijselasticiteit.
% verandering Qva = -22,2
% verandering van Pb= -50%
timer
1:00

Slide 27 - Open question

Kruislingse prijselasticiteit 
Ek= % verandering Qva/% verandering Pb
% verandering Qva = -2,2
% verandering van Pb= -50%
-2,2/-50=0,4

Slide 28 - Slide

Substituut of complementair goed?
A
Subsituut
B
Complementair

Slide 29 - Quiz