Donald Duck - Task

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Donald Duck 

Excercises

Welcome!
Take of your jacket
Mobile phone in the red box
No gum allowed

Check in

- Who's in class today?

- How are you?

- Expectations

- What are we going to do?

Expectations

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- luister je als een ander de beurt heeft

- doe je actief mee

- let je op jezelf

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Lesson plan

1. Purpose of the lesson

2. Repeat: to be + do and does

3. Uitleg task > Together !!

4. Make the task !!

5. Time left? > practice words for next week 

Purpose of the lesson

I practice:

* Words lesson 1,2,3

I am making the task of Donald Duck.

Werkwoord To Be

To be

I

You

She/He/It

We

You

They

are

are

are

is

am

are

You .... my best friend

I.....reading a comic strip.

Daisy Duck.....Donald's girlfriend.

The newphew's......always on time.

Vragen stellen

Do or Does?

Do                                     Does
I                                         He
You                                  She
They                                It
We

Do of Does
.....you know the way to Duckstad?

Do of Does
..... Huey have a blue cap on his hat?

Do of Does
..... I have to visit Daisy today?

Do of Does
..... the Beagle boys know how to get in the warehouse?

Uitleg Task

In 4 stappen gaan we samen (together) de task doornemen.

Daarna IN STILTE de task maken

                                 --> dit is deel 1 van de toets

Klaar met de task en nog tijd?
                         > woorden oefenen voor volgende week!

Task

Stap 1 
Je plot kiezen

Bekijk de drie plots. Kies het plot dat je het leukste vindt. 

Plot 1

Plot 2

Plot 3

Task Stap 2

Vul de informatie in:

Welk plot?

Who is the main character?

What is the setting?

Task Stap 3

Frame description 
Beschrijf per plaatje (frame):

- Character
- Description of the character
- What do you see?

Task Stap 4

Text balloon(s):

Wat staat er in de tekstballonnen? Eerst in het Nederlands bedenken, dan vertalen naar het Engels.

Einde

-Hoe ging de les vandaag?
- Hoever ben je gekomen?

- Wat heb je geleerd?

> Neem de woordenlijst om te oefenen voor de toets!