Lesrooster quiz

Lesrooster en jaarplanning quiz
1 / 54
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesrooster en jaarplanning quiz

Slide 1 - Slide

Spelregels quiz
  • Maak tweetallen
  • Meld jullie op 1 telefoon aan en noteer jullie namen
  • Overleg al fluisterend welk antwoord jullie geven
  • de quiz bestaat uit 4 onderdelen
  • Veel succes!  

Slide 2 - Slide

Deel 1: Algemene vragen agenda & planning

Slide 3 - Slide

Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12

maart

december

januari

oktober

februari

juni

mei

september

november

april

augustus

juli

Slide 4 - Drag question

Wat is dit?
Kun je dit 1 of meer jaar gebruiken?
Vul dus 2 antwoorden in
A
verjaardagskalender
B
Agenda
C
1 jaar
D
meer jaren

Slide 5 - Quiz

Wat is dit?
Kun je 1 of meerdere
jaren gebruiken?
Vul dus 2 antwoorden in
A
verjaardagskalender
B
agenda
C
1 jaar
D
meer jaren

Slide 6 - Quiz

Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
1000 dagen
B
365 dagen
C
370
D
435 dagen

Slide 7 - Quiz

Hoeveel seizoenen heeft een jaar?
A
3 seizoenen
B
12 seizoenen
C
52 seizoenen
D
4 seizoenen

Slide 8 - Quiz

Hoeveel weken heeft een jaar
A
365 weken
B
12 weken
C
52 weken
D
4 weken

Slide 9 - Quiz

Maandag is het 6 januari.
Welke datum is het
volgende week maandag?
A
dinsdag 7 januari
B
maandag 16 januari
C
zondag 12 januari
D
maandag 13 januari

Slide 10 - Quiz

Welke maanden horen bij de zomer?
A
januari, februari en maart
B
april en mei
C
juni, juli en augustus
D
november en december

Slide 11 - Quiz


Welke maanden horen bij de Herfst?
A
januari en februari
B
maart, april, mei
C
september, oktober en november
D
juni en juli

Slide 12 - Quiz

Als je een abonnement neemt op een maandblad, hoe vaak krijg je dat dan in een jaar?
A
4x
B
12x
C
1x
D
52x

Slide 13 - Quiz

Frank is jarig op 15.05
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
15 mei
B
15 juni
C
15 april
D
15 juli

Slide 14 - Quiz

Petra is jarig op 17.12.
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
17 november
B
17 december
C
17 augustus
D
17 januari

Slide 15 - Quiz

Het is 30 maart. Hoe
lang is de melk nog
goed?
A
nog 2 dagen
B
Is al 2 dagen over datum
C
nog 20 dagen
D
nog 30 dagen

Slide 16 - Quiz

Deel 2: lesroosters lezen

Slide 17 - Slide

Bekijk goed het volgende lesrooster

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe laat begint de eerste pauze van deze groep?
A
10:00
B
10:45
C
11:00
D
12:30

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Hoeveel les uren heeft deze groep in profiel 1?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Tot hoe laat duurt de schooldag op woensdag?
A
08:30
B
11:00
C
12:30
D
14:20

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

In welk lokaal moeten de leerlingen zijn voor ICT?
A
1 E 6
B
1 E 10
C
3 K 2
D
1 K 21

Slide 26 - Quiz

Pak nu je eigen lesrooster en beantwoord de volgende vragen....

Slide 27 - Slide

Op welke dag ben je het vroegste uit?

Slide 28 - Open question

Wat is je langste schooldag?

Slide 29 - Open question

Op welke dagen moet je je werkkleding meenemen?

Slide 30 - Open question

Op welke dag heb je gymles?

Slide 31 - Open question

Van hoeveel verschillende leerkrachten heb je les per week?

Slide 32 - Open question

Hoelang is de tweede pauze?

Slide 33 - Open question

Hoe laat begint de eerste pauze?

Slide 34 - Open question

Deel 3: De volgende vragen gaan over de jaarplanning

Slide 35 - Slide

Zoek op de website van onze school de 
jaarplanning.

Bekijk deze in tweetallen e beantwoord de volgende vragen.

Slide 36 - Slide

Welke informatie kun je allemaal vinden in de jaarplanning?
Noem minimaal 3 dingen!

Slide 37 - Open question

Wanneer is de eerst volgende vakantie?

Slide 38 - Open question

Stel dat je een baantje hebt....
Je baas vraag of je kunt werken op
10 november.
Kan dat?

A
Ja, dat kan !
B
Nee, dan heb ik les
C
Nee, ik heb dan vakantie
D
Ja, ik kan een halve dag werken

Slide 39 - Quiz

Hoeveel vakanties staan er
in de jaarplanning?
A
3
B
5
C
6
D
8

Slide 40 - Quiz

Er staan studiedagen in de jaarplanning.
Hoeveel zijn er dit?

Slide 41 - Open question

De carnavalsvakantie is van :
A
13 t/m 17 februari
B
13 t/m 19 februari
C
15 t/m 22 januari
D
15 t/m 19 februari

Slide 42 - Quiz

Tip!!!
Print de jaarplanning uit en hang hem op een handige plek zodat je er altijd even op kan kijken! 
  • Keuken
  • slaapkamer
Ook kun je er een foto van maken en deze bij notities op je telefoon zetten. 

Slide 43 - Slide

Deel 4: De volgende vragen gaan over plannen

Slide 44 - Slide

Lijkt dit jou een goede agenda?
A
JA!
B
..best wel
C
..niet echt
D
NEE!

Slide 45 - Quiz

Lijkt dit jou een goede agenda?
A
JA!
B
..best wel
C
..niet echt
D
NEE!

Slide 46 - Quiz

Een goede pauze tussen leren door is:
A
Tiktok
B
Snapchat
C
Hond uitlaten
D
Ander vak pakken

Slide 47 - Quiz

Wat betekent
prioriteit?
A
Belangrijk en niet dringend
B
Dringend en niet belangrijk
C
Niet dringend en niet belangrijk
D
Belangrijk en dringend

Slide 48 - Quiz

      Goede planning maken - Opdracht        
1. Waar passen de roze blokken hieronder bij? Sleep ze  naar 'korte termijn' of 'lange termijn'.
Een plan maken voor het huiswerk van deze week

Korte termijn

Lange termijn
Woordjes leren voor morgen
Sporten vanavond
De brugklas over 1 of 2 jaar 
Topo toets over heel Europa over een half jaar

Slide 49 - Drag question

Op een rijtje zetten wat je vandaag gaat doen is een voorbeeld van:
A
Een korte termijn planning
B
Een goede planning
C
Een slechte planning
D
Een lange termijn planning

Slide 50 - Quiz

Bij plannen deel je de dagen in.
Maar weet jij hoeveel dagen er zitten in een schrikkeljaar?
A
352
B
367
C
412
D
366

Slide 51 - Quiz

Een plan maken voor wat voor een baan je later wilt kiezen is een voorbeeld van:
A
Een slechte planning
B
Een lange termijn planning
C
Een korte termijn planning
D
Een goede planning

Slide 52 - Quiz

Welk duo heeft gewonnen? 

Slide 53 - Slide

Einde van de quiz! 

Slide 54 - Slide