3 vwo - chapitre 3 introduction

Bienvenue VWO 3!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue VWO 3!

Slide 1 - Slide

PLATTEGROND

Slide 2 - Slide

PROGRAMME
Doelen periode 3
Chapitre 3: introduction

Aan het eind van de les:
- weet je meer over reizen in Frankrijk;
- ken je de doelen van periode 3;

Slide 3 - Slide

Doelen periode 3
Vocabulaire
  • vervoer; 
  • vervoersmiddelen; 
  • reizen; 
  • milieu;
Grammaire 
  • lijdend voorwerp vervangen in een zin;
  • de verleden tijd;
Phrases-clés 
  • jezelf redden op reis;
  • vertellen over je reis/vakantie en je mening geven erover;

Slide 4 - Slide

Doelen periode 3
Vocabulaire
  • AB-E-F page 124-125
Grammaire 
  • D-H page 127
Phrases-clés 
  • C-G page 126

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Chapitre 3: introduction
A. On va regarder une vidéo. Pendant la vidéo, réponds aux questions:

1. Wat is het verschil tussen de schoolvakanties in Frankrijk
en in Nederland?
2. Waar brengen de Fransen graag hun vakantie door?
3. Wat is een « TGV » ?
4. Wat is een « colonie de vacances »?
5. Welke activiteiten kun je er ondernemen?





Slide 7 - Slide

Chapitre 3: introduction
Fais exercice B et C
Biarritz
Autoroute du Soleil
Colonie des vacances

Slide 8 - Slide

Chapitre 3: introduction
Fais exercice D - Lis le message de Myriam. Est-elle positive ou négative?


Slide 9 - Slide

Vocabulaire A
Neem de woorden over in je schrift die te maken hebben met het thema: vervoer.


le moyen de transport
le voyageur
le billet
la destination
en direction de
le départ
les horaires
le retard
la grève
la circulation
le renseignement
le/la prochain(e)
dans deux minutes 
la porte

je suis désolé(e)
dépêche-toi
un instant!
prenez
allez
seul(e)
attendre
la gare
la voie
il part
l'aller-retour
l'aller-simple
changer
manquer le train
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Vocabulaire A
Neem de woorden over in je schrift die te maken hebben met het thema: vervoer.


le moyen de transport
le voyageur
le billet
la destination
en direction de
le départ
les horaires
le retard
la grève
la circulation
le renseignement
le/la prochain(e)
dans deux minutes 
la porte

je suis désolé(e)
dépêche-toi
un instant!
prenez
allez
seul(e)
attendre
la gare
la voie
il part
l'aller-retour
l'aller-simple
changer
manquer le train
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Chapitre 3

Slide 12 - Slide

Benoem drie woorden die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Comment viens-tu à l'école?



à pied



en bus




en tram




en vélo
Comment viens-tu à l'école?
Je viens à l'ecole ... (moyen de transport)
Tu pars à quelle heure?
Je pars à ...

Slide 15 - Slide