Conocer a alguien - Español

1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

El programma de hoy
*Herhaling /*Voorstellen
*Getallen en cijfers

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Woorden uit Mexico

Je kent er meer dan je denkt!

Slide 3 - Slide

Caaiman / Kaaiman
Chocolate/ Chocolade
Chili / Chili
Tomate / Tomaat
Cacao
Mariachi
Sombrero





Buenos días!
Buenas tardes!
Buenas noches!
Goede middag!
Goeden avond!
Goedemorgen!

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor Collantes

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Sábado
Martes
Lunes
Viernes
Domingo
Jueves
Miércoles

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Conocer a alguien

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tijdens deze les leer je..

- Om jezelf voor te stellen en een ander vragen te stellen
- Hoe je in het Spaans kunt groeten / afscheid kunt nemen
- Je gaat leesteksten oefenen met voorstellen
- Je gaat kijk- en luisteroefeningen doen met voorstellen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Reageer op "¡Hola! ¿Qué tal?"
A
Muy viernes
B
Muy lindo
C
Muy mal
D
Muy bien

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Reageer op: "¡Hola! ¿Qué tal?"

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Me llamo...
Tengo ... años
Yo vivo en ...
Soy de ...
Nombre (naam)
Edad
(leeftijd)
Domicilio (woonplek)
Nacionalidad (afkomst)

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Hoe vraag je aan iemand: "hoe oud ben je?" in het Spaans?
A
¿dónde vives?
B
¿tienes hermanos?
C
¿qué te gusta?
D
¿cuántos años tienes?

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vraag je aan iemand: "waar woon je?"?
A
¿Dónde vives?
B
¿Cuántos es tu cumpleaños?
C
¿De dónde eres?
D
¿Cómo te llamas?

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Stel jezelf voor in het Spaans! Beantwoord de vraag: ¿Cómo te llamas?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

¿Dónde vives?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

¿De dónde eres?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

¿Cuántos años tienes?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

2

Slide 18 - Video

This item has no instructions

00:07
Hoe begroeten ze elkaar?
(denk aan: hoeveel kussen en wat zeggen ze?)

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

00:23
Als je let op de begroetingen, begroet je in Nederland ook zo elkaar?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

4

Slide 21 - Video

This item has no instructions

00:12
Hoeveel "besos"(kussen) geef je in Spanje?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

00:23
De meiden zeggen hier: "encantada" en daarna "igualmente". Wat zou dat betekenen?
A
Hoe gaat het? --- Heel goed!
B
Ik zie je morgen--- Tot dan!
C
Leuk je te ontmoeten.---Eensgelijks!
D
Ik ga weer --- ik ook!

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

00:31
Hoe zeg je in het Spaans "en jij?"
A
¿cómo?
B
¿et toi?
C
¿y tú?
D
¿tú eres?

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

00:51
Ze nemen op 2 manieren afscheid. Schrijf er 1 op!

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Jezelf voorstellen
Je hebt nu gehad hoe je jezelf kunt voorstellen. 
Schrijf een stukje over jezelf in hele zinnen Spaans: 
Hoe je heet
Wat je leeftijd is
Waar je woont
Uit welk land je komt/waar je vandaan komt

Slide 27 - Slide

This item has no instructions