1. Kies één van de spellingsregels (blz. 283):
meervouden op -s
meervouden met -en
meervoud met -s en -en
meervouden met -eren
vreemde meervoudsvormen
2. Maak een A-3 poster met de spellingsregel, voorbeeldwoorden én de uitzonderingen!
3. Over 10 minuten presenteren aan de klas