15.3 het IS-MB-GA-model

Leerdoelen paragraaf 3: het IS-MB-GA-model
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Leerdoelen paragraaf 3: het IS-MB-GA-model

Slide 1 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

15.3      het IS-MB-GA-model
De IS-curve is een uitbreiding van het Keynesiaanse model.

De particuliere consumptie en de investeringen van de bedrijven
zijn in dit model afhankelijk van de hoogte van de rente.


Er is een negatief verband, dus als de rente omhoog gaat dan gaan C en I naar beneden.



De IS-curve:
Verkorte benaming van de identiteit I + O = S + B welke is afgeleid van het (gesloten) Keynesiaanse model.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
Het gevolg van een rentestijging is dat consumenten meer gaan sparen waardoor de marginale spaarquote omhoog gaat (het spaarlek neemt toe). De consumenten gaan minder uitgeven en de EV-lijn in het Keynesiaanse kruis gaat vlakker lopen.

Door een rentestijging wordt lenen voor bedrijven duurder en die gaan daardoor minder investeren. De Io gaat dan naar beneden en de EV-lijn dus ook.


Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.53      het IS-MB-GA-model

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
Grafisch ziet de IS-curve er als volgt uit:










De IS-curve geeft alle combinaties tussen het inkomen en de reële rente weer waarbij evenwicht op de goederenmarkt geldt, gegeven een bepaald niveau van de inflatie.

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
In onderstaande figuur zie je de gevolgen van een renteverandering op het inkomen. Als de rente daalt van r1 naar r 2 dan gaan de investeringen en consumptie via de goederenmarkt toenemen. Op de goederenmarkt komt dan een nieuw evenwicht tot stand bij een hoger inkomen.

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Een verschuiving van de gehele IS-curve komt voor wanneer er een andere factor dan de rente verandert. Dit doet zich voor wanneer bijvoorbeeld de autonome bestedingen veranderen.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
Een verschuiving van de gehele IS-curve komt voor wanneer er een andere factor dan de rente verandert. Dit doet zich voor wanneer bijvoorbeeld de autonome bestedingen veranderen.

Hiernaast een voorbeeld van toegenomen autonome bestedingen. Stel dat de overheid een stimulerend begrotingsbeleid voert, dan leidt dit op de goederenmarkt tot een hogere Y. De IS-curve schuift dan naar rechts, want bij iedere reële rente zal het inkomen hoger zijn in een nieuw evenwicht op de goederenmarkt.

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
De MB-curve. MB staat voor Monetair Beleid. Dat wordt 
vastgesteld door de Europese Centrale Bank (ECB).  

MB-curve:
geeft het horizontale verband weer tussen de reële rente en inkomen, waarbij de rente onafhankelijk van het inkomen wordt vastgesteld door de centrale bank.

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
De MB-curve. MB staat voor Monetair Beleid. Dat wordt 
vastgesteld door de Europese Centrale Bank (ECB).  

De ECB heeft als belangrijkste doelstelling de inflatie zo dicht 
mogelijk tegen de 2% te handhaven. Op het moment dat de 
inflatie structureel daarboven ligt dan verhoogt de ECB de rente 
om zo C en I te verlagen en zo de hoogconjunctuur te temperen 
zodat de prijzen niet meer sterk blijven stijgen.  

MB-curve:
geeft het horizontale verband weer tussen de reële rente en inkomen, waarbij de rente onafhankelijk van het inkomen wordt vastgesteld door de centrale bank.

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
Grafisch ziet dat er als volgt uit:

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

15.3      het IS-MB-GA-model
In het model geldt voor de MB-curve:
1. De ECB past de Monetaire beleidsregel toe (in het boek de
Taylor regel genoemd, deze is voor het CE vervangen voor
de Monetaire beleidsregel).
2. De Centrale Bank verhoogt de nominale rente als de inflatie stijgt
(en omgekeerd). Bij gegeven inflatieverwachtingen betekent dit
dat de reële rente stijgt. We gaan er vanuit dat door een nominale
rentewijziging van de centrale bank de reële rente evenveel wijzigt.
3. Bij een sterkere afkeer van inflatie zal de Centrale Bank de 
nominale rente meer aanpassen als de inflatie stijgt
(en zal de MB-curve meer omhoog verschuiven).
Monetaire beleidsregel:
de reële rente gaat omhoog/omlaag (MB-curve schuift omhoog/omlaag) als inflatie stijgt/daalt.


Gegeven (naïeve) inflatieverwachting:
de verwachting dat de inflatie volgend jaar even hoog is als dit jaar.



Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 15.13 (let op, de Y* staat op het negende streepje op de horizontale as en dat moet het zesde streepje zijn) a, b en d op pagina 105.

Slide 13 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

1.3      het IS-MB-GA-model
Nu gaan we naar de laatste curve kijken om het IS-MB-GA-model
helemaal compleet te maken: de GA-curve. Naast de 
consumenten (IS) en de centrale bank (MB), betrekken we nu 
ook de producenten in het model.

GA-curve:
het geaggregeerd aanbod van goederen en diensten in een economie bij ieder inflatieniveau.


Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Nu gaan we naar de laatste curve kijken om het IS-MB-GA-model
helemaal compleet te maken: de GA-curve. Naast de 
consumenten (IS) en de centrale bank (MB), betrekken we nu 
ook de producenten in het model.

GA-curve:
het geaggregeerd aanbod van goederen en diensten in een economie bij ieder inflatieniveau.


Uit de figuur blijkt dat des te hoger de inflatie (π), des te hoger het geaggregeerde aanbod en dus des te hoger Y.

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
De stijging van de GA-lijn is het gevolg van twee uitgangspunten:
  1. De prijzen van producten en diensten liggen op korte termijn vaak vast. Op korte termijn hebben we te maken met prijsrigiditeit. Dat wil zeggen dat de prijzen op korte termijn star zijn en niet gemakkelijk veranderen. Dit komt doordat er veel langere termijn afspraken zijn gemaakt over de inkoop en hoogte van de lonen.
  2. Producenten gaan bij de inflatieverwachtingen uit van de verwachte inflatie in de volgende periode, de naïeve inflatieverwachting. Dit heeft tot gevolg dat bedrijven hun prijzen de volgende periode alvast verhogen met dat hogere inflatiepercentage. Immers, de verwachting is dat de inkoopprijzen ook harder zullen stijgen.

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
De redenering voor de stijging van de GA-curve is dan als volgt:

Als de inflatie hoger wordt dan de verwachte inflatie, dan dalen voor de producenten de reële kosten. Want door het bestaan van prijsrigiditeit en loonstarheid stijgen de kosten met het lage inflatieniveau terwijl de producten voor een hogere prijs dan verwacht verkocht kunnen worden. Verkoopprijzen zijn veel flexibeler aan te passen dan de kosten. De reële kosten dalen daarmee, en daarmee stijgt de reële winst per product.

In dat geval is het aantrekkelijker voor de producent om meer te gaan produceren: er wordt immers per product meer winst gemaakt!

Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
De GA-curve verschuift in twee stappen:

1. Als de inflatie hoger is dan verwacht (door bijvoorbeeld er extra bestedingen) gaan bedrijven meer produceren. De reële productiekosten dalen op korte termijn. Door de extra bestedingen zal het inkomen stijgen. Vanuit de potentiële productie Y*1 leidt een hoger dan verwachte inflatie tot meer productie bij bedrijven (pijl 1). Er is een verschuiving op de GA-lijn, waarbij inkomensniveau Y2 en inflatieniveau π2 worden bereikt.

Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Hoe steil de GA-curve loopt is afhankelijk van de mate van loon- en prijsflexibiliteit. Wanneer lonen en prijzen flexibeler zijn, zul je zien dat de GA-curve steiler verloopt.

Je ziet dit terug wanneer je naar de GA-curve op lange termijn kijkt. Op lange termijn kunnen lonen en prijzen zich wel aanpassen. De GA-curve wordt dan een verticale lijn. Zijn lonen en prijzen heel rigide, dan zal de GA-curve vlakker verlopen.

Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
De GA-curve verschuift in twee stappen:

2. Op lange termijn stijgen de lonen en prijzen door de hogere inflatie. Dat gaat via loononderhandelingen en hogere inkoopprijzen in nieuwe contracten. De reële kosten nemen toe en het geaggregeerde aanbod zal afnemen. We zien dan een verschuiving van de GA-curve omhoog (zie pijl 2). Uiteindelijk komt de economie weer op de potentiële productie Y1*. alleen dan met een hoger prijsniveau. Op de  lange termijn loopt de GA-curve (bijna) verticaal.

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Hoe steil de GA-curve loopt is afhankelijk van de mate van loon- en prijsflexibiliteit. Wanneer lonen en prijzen flexibeler zijn, zul je zien dat de GA-curve steiler verloopt.

Je ziet dit terug wanneer je naar de GA-curve op lange termijn kijkt. Op lange termijn kunnen lonen en prijzen zich wel aanpassen. De GA-curve wordt dan een verticale lijn. Zijn lonen en prijzen heel rigide, dan zal de GA-curve vlakker verlopen.

Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Alle drie de lijnen in één plaatje. Omdat de verticale
assen anders zijn benoemd dus twee grafieken.
De horizontale as is dezelfde.

Slide 22 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Stel er vindt een schok (plotselinge sterke verandering). Dit leidt tot een verstoring van het evenwicht. Op dat moment geldt :

Langetermijnevenwicht ≠  kortetermijnevenwicht.

Voor het langetermijnevenwicht geldt:
1. Potentieel bbp (Y*) op lange termijn afhankelijk van  productiefactoren kapitaal en arbeid en factorproductiviteit (= structuur)
2. Y=Y*

Slide 23 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.3      het IS-MB-GA-model
Op korte termijn kunnen er dus schokken plaatsvinden. Er ontstaat bijvoorbeeld een vraagschok plaats. Denk dan EV = C + I + O => Keynesiaanse kruis => IS-lijn

Positieve vraagschokken=> bestedingen (C of I of O) stijgen => IS-lijn verschuift naar rechts

Negatieve vraagschokken=> bestedingen (C of I of O) dalen => IS-lijn verschuift naar links



Slide 24 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld van een positieve vraagschok
Uitgangssituatie:
  1. De economie van een euroland bevindt zich na jaren van economische groei in het langetermijnevenwicht (Y = Y*, feitelijke productie = potentiële productie)
  2. De grootste regeringspartij vindt dat de bevolking moet profiteren van het gestegen nationale inkomen en besluit de autonome overheidsbestedingen te verhogen.
  3. Een econoom analyseert de gevolgen van deze maatregel met onderstaand IS-MB-GA-model. In de uitgangssituatie bevindt de economie zich in situatie Yo met bijbehorende rente ro en inflatie πo

Slide 25 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld van een positieve vraagschok
Uitkomsten na schok:
  • Korte termijn => output gap (Y ≠ Y*)
  • Lange termijn => Y = Y*
  • Productiekant (GA) reactie via verwachte inflatie (πe)
  • Vraagkant (IS=MB) reactie via rente (r)
  • In nieuw bestedingsevenwicht permanente wijzigingen πe en r => beperking model

Slide 30 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

1.3      het IS-MB-GA-model
Klassieken
Keynes
lange termijn
korte termijn
structuur
conjunctuur
laissez-fair beleid
anticyclisch beleid
productiecapaciteit is maximaal
productiecapaciteit is niet maximaal
Lange termijn: Prijzen en lonen zijn flexibel, verticale aanbodlijn. Stimuleren is zinloos. Productie zal niet stijgen. 
Korte termijn: prijzen en lonen zijn star, aanbodlijn is horizontaal/vlakker. Stimuleren is zeer effectief: bbp stijgt tot maximale productie.

Slide 34 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions