Hygiëne en infectiepreventie

Hygiëne en infectie preventie 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Hygiëne en infectie preventie 

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:
Ik weet waarom hygiëne belangrijk is tijdens mijn werk en stage
ik weet wat hygiëne infectie preventie is

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat gebeurt er bij een infectie?
  • Een infectie begint met een besmetting! (binnendringen van micro-organismen)
  • Afweersysteem maakt de micro-organismen onschadelijk.
  • Micro-organismen gaan zich vermeerderen= infectie!



Slide 4 - Slide

hygienische wondzorg
Wond is porte d'entree

Slide 5 - Slide

Basis
Hygiëne: handen wassen/ desinfecteren
Schone schaar
Client gebonden spullen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Hoe kun jij een zorgvrager besmetten?

Slide 10 - Open question

Hoe kan een zorgvrager worden besmet?
  • Direct contact: van de ene op de andere persoon.
  • Indirect contact: door besmette bron ( bijv. faeces via de hand = kruisbesmetting= kruisinfectie).
  • Lucht: door hoesten of niezen (= druppelinfectie).



Slide 11 - Slide

Micro-organismen
  • Micro = zeer klein
  • Organisme = levend wezen
  • Een micro-organismen is microscopisch klein. 

De meeste micro-organismen zijn onschuldig, maar er kunnen ook ziekteverwekkers tussen zitten. 
Voorbeelden hiervan zijn: griepvirus,  salmonella-bacteriën, E. coli-bacteriën en candida (schimmel).



Slide 12 - Slide

Op welke manieren kunnen micro-organismen binnendringen?

Slide 13 - Open question

Complicatie
Indien er bij een aandoening nog een ziekte bijkomt, is er sprake van een complicatie!

Bijvoorbeeld; griep met als complicatie longontsteking.

Slide 14 - Slide

Hoe kan een ziekteverloop er uit zien?
  • Acuut: in korte tijd ernstig, duurt niet lang ( griep)
  • Chronisch: vaak sluipend begin, geneest langzaam of niet      ( reuma)
  • Wisselend: bij chronische aandoeningen met perioden waarin de ziekte verergert en vermindert ( MS)



Slide 15 - Slide

Op welke manieren kunnen micro-organismen binnendringen?
  • Luchtwegen ( hoesten)
  • De mond ( voedsel)
  • De intacte huid ( seksueel overdraagbare aandoeningen)
  • Beschadigde huid ( wonden)
  • Het bloed ( transfusie)





Slide 16 - Slide

Infectie krijgen is afhankelijk van: 


  • Hoeveelheid micro-organismen
  •  Aanvalskracht micro-organismen
  •  Weerstand gastheer
Voorbeeld Corona...

Slide 17 - Slide

  • Een ontsteking is een plaatselijke reactie van je lichaam op bijvoorbeeld een micro-organisme dat je lichaam binnenkomt. Het is een verstoorde werking van het deel van je lichaam dat ontstoken is. Dit deel doet het dan minder goed.
  • Bij een infectie reageert je hele lichaam. Je krijgt bij een infectie meer algemene klachten, zoals: koorts; een stijging van het aantal witte bloedlichaampjes; je niet lekker voelen.

Slide 18 - Slide

Wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie?

Slide 19 - Open question

Welke micro-organismen kunnen ziekte veroorzaken? 
 
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Virussen
  • Parasieten

Slide 20 - Slide

Immuunstoffen
Als je een infectie hebt, krijgt je algemene verschijnselen. Die verschijnselen ontstaan doordat je lichaam druk bezig is om antistoffen te maken. Deze stoffen noemen we ook wel immuunstoffen. Het zijn eiwitten die het binnengekomen micro-organisme onschadelijk maken. Voorbeeld?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Huiswerk 
Boek: 
Persoonlijke verzorging wonen en huishouden: maken besmetting en infectie

Lezen hoofdstuk 25 : Valpreventie 
(evt. al maken)

Slide 24 - Slide