Opdracht 1 van paragraaf 2.3 - woordenschat
Tekst 1:
- uit de gratie raken (al. 1): minder geliefd / minder populair worden
- in essentie (al. 2): in wezen; in de kern
- rieken (al. 2): ruiken / geuren; er iets mee te maken lijken te hebben
- (er) part noch deel (aan) hebben (al. 3): er niets mee te maken hebben
- verdienste (al. 3): prestatie
- euforisch (al. 4): bijzonder opgewekt / gelukkig
- genocide (al. 4): volkerenmoord
- mores (al. 5): gebruiken; gewoontes; zeden
- extremistisch (al. 7): tot het uiterste gaand (op basis van een overtuiging)
- sokkel (al. 7): voetstuk, dat tot basis dient voor een standbeeld of een zuil
Tekst 2:
- een hoog karakter (al. 1): een edel / nobel mens
- superlatief (al. 1): woord dat een overtreffende trap inhoudt
- het rijk van Insulinde (al. 1): Indonesië, het vroegere Nederlands-Indië
- tableau vivant (al. 5): uitbeelding (op het toneel) van een (bekend) tafereel door een groep
onbeweeglijke figuren
- luister bijzetten (al. 5): (extra) feestelijk / mooi maken