taal woordenschat thema 7

taal woordenschat thema 7
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

taal woordenschat thema 7

Slide 1 - Slide

onthullen
A
Een geheim vertellen, bekendmaken.
B
Heel hard schreeuwen.
C
Doorslaan.
D
Een geheim voor je houden.

Slide 2 - Quiz

Dilemma
A
Een ander woord voor puntkomma.
B
Moeilijke keuze tussen twee dingen.
C
Twijfelen wat je wil.
D
Een diploma van de middelbare school.

Slide 3 - Quiz

Uit de school klappen.
A
School heel erg haten.
B
Het geheim doorvertellen.
C
De school staat in de brand.
D
Van school afgaan.

Slide 4 - Quiz

Met name
A
Weinig
B
Alle namen
C
Vooral
D
Groetjes

Slide 5 - Quiz

Aan de grond genageld staan
A

Slide 6 - Quiz

Een warm onthaal
A
fijn afscheid
B
hartelijk welkom
C
mooi cadeau
D
een lekker gerecht

Slide 7 - Quiz

Beletten
A
Iets pletten
B
Iets doorlaten
C
Iets tegenhouden
D
Ergens opletten

Slide 8 - Quiz

figuratief
A
Iets wat lijkt op de werkelijkheid
B
Stripfiguren
C
Iets wat niet lijkt op de werkelijkheid
D
Niet letterlijk

Slide 9 - Quiz

Onbevangen
A
Dieren die niet gevangen zijn.
B
Tijdens tikkertje ben je niet gepakt.
C
Ergens een hele duidelijke mening overhebben.
D
Ergens van te voren geen mening over hebben.

Slide 10 - Quiz

Het pand
A
Het gebouw/ huis
B
Het gemeentehuis in Leiden.
C
Het strand in Spanje
D
Het einde van een zandweg

Slide 11 - Quiz

Dynamisch
A
Elektrisch
B
Automatisch
C
In beweging
D
Stilstaan

Slide 12 - Quiz

uitdijen
A
Steeds langzamer worden.
B
Steeds groter worden.
C
Steeds sneller worden.
D
Steeds dikker worden.

Slide 13 - Quiz

Het brein
A
De breistokken
B
De hersenen
C
Een stamppot
D
Het einde

Slide 14 - Quiz

Plechtig
A
Streng
B
Officieel
C
Iets wat echt is.
D
Enig

Slide 15 - Quiz