Dinsdag 7 januari

Welkom in de T2!

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Welkom in de T2!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Starter: spreken: wat is jouw wens/doel voor 2025?

  • Herhalen thema 4: 
  1.  Grammatica 4.2 Ik vind het leuk dat....
  2.  Werkblad met verschillende oefeningen
Pauze
  • Herhalen thema 4
  • Extra opdrachten: spreken/schrijven/kijken&luisteren

Afsluiting en huiswerk







Slide 2 - Slide

Lesidee wb 3.3b: beroepen raden door de juiste vragen te stellen. In de eerste drie vragen mag je geen werkwoord gebruiken dat het beroep verraadt. Bijvoorbeeld bakken.
B1 - TC thema 4 - Ik vind het leuk dat...

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wij vinden het heel erg dat....

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Zij vindt het mooi dat....

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Ik vind het jammer dat....

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Mijn zoon vindt het gezellig dat....

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Ik kan me voorstellen dat....

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Hij vindt het fijn dat....

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Ik vind het niet nodig dat....

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Het is leuk dat....

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Mijn zus vindt het vervelend dat....

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Pauze

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

B1 - gebruik van hoeveelheden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
Voor de stamppot gebruik ik vijf ........... aardappels.
A
kilo's
B
grams
C
grammen
D
kilo

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
Ik hou heel veel van ...........
A
fruit
B
fruits
C
fruiten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
Hij kijkt iedere tien ............. op zijn horloge.
A
minuut
B
minuten
C
minuutjes
D
minuuts

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
Deze jas kost vijftig ............. en vijfennegentig ...........
A
euro's en cent
B
euro en centen
C
euro en cent
D
euro en cents

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
De eettafel is 1.20 ........... hoog
A
meters
B
meter
C
meteren
D
millimeters

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
De afstand naar mijn werk is twaalf ................
A
kilometers
B
kilometer

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
De documentaire begint over drie ........ en hij duurt anderhalf ..........
A
kwartieren en uren
B
kwartier en uren
C
kwartiers en uur
D
kwartier en uur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past in de zin?
Een geit geeft niet meer dan twee ......... melk per dag.
A
liters
B
litertje
C
liter

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 23 - Slide

Zin: Gezondheid is een groot goed
Huiswerk
           
Leren voor de toets van thema 4!

Succes!!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions