Plannen doe je zo - Hulpmiddelen

Plannen doe je zo
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Plannen doe je zo

Slide 1 - Slide

Hoe plannen jullie op dit moment?

Slide 2 - Slide

Beginnen met plannen
In het begin: Moeilijk, kost het veel tijd en lijkt het weinig op te leveren -> Hulpmiddel en moet je leren

Voordelen: Geeft overzicht, je ziet consequenties, je ziet waar je ruimte hebt en kunt schuiven

Veel verschillende manieren om te plannen!

Slide 3 - Slide

 Agenda
 Jaarplanner
 Weekrooster
 Dagschema
 To do list
 Planningsboekje
 Planbord
 Planning apps

Slide 4 - Slide

Agenda
Gebruik je voor het noteren van huiswerk en afspraken
ook vind je in de agenda -> Jaaroverzicht en lesrooster (handig om als vel in je agenda te plakken

Je kan plannen en afspraken combineren bijvoorbeeld -> eerste 5 regels huiswerk  , tweede 5 regels plannen

Slide 5 - Slide

Jaarplanner
Een jaarplanner geeft overzicht over een langere
periode. Je gebruikt een jaarplanner voor het
noteren van vakanties, feestdagen, proefwerken,
kamp etc. 
In een jaarplanner zie je wat drukke of rustige
periodes zijn. 

Slide 6 - Slide

Weekrooster
Een weekrooster geeft inzicht in de indeling van
jouw week. Voor elke dag geef je aan welke
activiteiten je hebt en hoelang je daarmee bezig
bent. Activiteiten die in een weekrooster staan zijn
vaste activiteiten die elke (school)week
terugkeren, zoals:

Wanneer je de activiteiten inkleurt in een schema
krijg je een handig overzicht over de invulling van
jouw dagen. Dit helpt om zicht te krijgen op de
tijdstippen in de week die geschikt zijn om
huiswerk in te plannen.
Persoonlijke verzorging – opstaan, wassen,
aankleden, naar bed gaan, eten
 Ontspanning (vrije tijd, sociale contacten)
 Ontspanning (vast, sport, muziek, hobby)
 School
 Huiswerk
 Slapen
 Reistijd en voorbereiding
 Werk – bijbaan, vrijwilligerswerk

Slide 7 - Slide

Planningsboekje
Een planningsboekje is een boekje waarin je een
weekplanning maakt. Het verschil met een agenda
is dat je in dit boekje niet het huiswerk noteert,
maar opschrijft wanneer je het huiswerk gaat
maken. In dit boekje plan je dus wat je gaat doen.
Je kunt als planningsboekje een goedkope agenda
gebruiken of er zelf één maken van een
notitieboekje. Wanneer er voldoende ruimte is,
kun je de planning in je agenda maken. In het
volgende hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je een
weekplanning in je planningsboekje maakt.

Slide 8 - Slide

To do list
Een to do list is een handig lijstje waarop je alle
dingen schrijft die je moet doen. Het zijn dingen die
je niet mag vergeten en die je in je planning moet
verwerken. Voorbeelden hiervan zijn: cavia’s
verschonen, identiteitskaart verlengen, inschrijven
voor open dagen, bewaarmapjes kopen. Als je een
to do list in een notitieboekje maakt, houd je
overzicht en raak je geen blaadjes kwijt.

Slide 9 - Slide

Planbord
Een planbord is een (groot) bord dat je op kunt
hangen. Boven je bureau, aan de binnenkant van je
kastdeur, op de koelkast…. Elke plek is goed als het
helpt bij het houden van overzicht of het maken
van een planning. 

Slide 10 - Slide

Beginnen met plannen
Bij het maken van je planning kies je zelf welke
hulpmiddelen, afkortingen of kleuren je gaat
gebruiken. Je hoeft dus niet precies dezelfde
hulpmiddelen te gebruiken als in het voorbeeld.
Met een goede planning krijg je controle over je
tijd. Als je de regie in eigen handen neemt, zorg je
ervoor dat de dingen jou niet overkomen. Dat geeft
rust én ruimte

Slide 11 - Slide

 huiswerk noteren
Schrijf je huiswerk op bij de dag dat het af moet
zijn. Het is niet nodig om dat te doen bij het uur
waarop het vak gegeven wordt. Schrijf huiswerk
steeds op dezelfde manier op zodat je thuis
begrijpt wat je moet doen. Gebruik de volgende
manier of bedenk zelf iets anders:


 Begin met de afkorting van het vak,
gevolgd door een dubbele punt;
 Schrijf op wat je moet doen: leren, maken
of lezen, gevolgd door een liggend
streepje;
 Schrijf de stof op. Noem, als dat nodig is,
eerst het boek (tekstboek tb, of werkboek
wb), daarna het hoofdstuk, de paragraaf
en de opdracht;
 Schrijf eventueel de pagina op waar je de
stof kunt vinden;
 Opdrachten scheid je met een komma of
met de afkorting t/m;
 Markeer overhoringen, zoals proefwerken
en so’s met een (oranje) markeerstift. Zo
zie je meteen wanneer je een overhoring
hebt.
Linda moet voor het vak Frans de woorden van
hoofdstuk 1, vocabulaire deel A op bladzijde 40 van
het werkboek leren. In haar agenda schrijft zij op:
Fa: lr - wb h1 voc A blz 40

Slide 12 - Slide

Huiswerk plannen
Wanneer je na een lange schooldag thuiskomt is
het logisch dat je eerst een korte pauze neemt.
Wen jezelf eraan om niet langer dan een half uur
te pauzeren. Daarna verwerk je het huiswerk, wat
die dag is opgegeven, in jouw planningsboekje.
Sommige docenten geven alleen huiswerk op via een dergelijke
leeromgeving. Open dus voordat je begint met
plannen de digitale leeromgeving om te
controleren of je al het huiswerk hebt
opgeschreven.
Nu kun je beginnen met plannen!
Kies uit de volgende hulpmiddelen:
 Gewone agenda, op papier of digitaal;
 Speciale plan-agenda;
 Notitieboekje of schrift;
 Planningsschrift of -boekje

Slide 13 - Slide

Stap 1
Kijk hoeveel dagen je de tijd hebt om het huiswerk
te maken

Op dinsdag 6 september heeft Linda huiswerk
gekregen voor het vak biologie. Het huiswerk moet
op vrijdag 9 september klaar zijn. In haar agenda
heeft zij bij vrijdag 9 september genoteerd:
Bi: lz – basisstof 2, mk – opdr 4, lr - tekenregels

Slide 14 - Slide

Stap 2
Maak per vak een inschatting van het huiswerk en
beslis of je het huiswerk in één keer gaat maken of
gaat verdelen over meerdere taken. Bedenk
wanneer je de taak wilt maken. Schrijf de taak in je
planningsboekje bij de dag dat je de taak gaat
maken. Schrijf bij elke taak precies op wat je gaat
doen. Maak een inschatting van de tijd die je denkt
bezig te zijn met een taak en schrijf dit er tussen
haakjes achter.
Het huiswerk voor biologie bestaat uit lees-, maken leerwerk. Linda kiest ervoor om het huiswerk te
verdelen over drie taken. Twee taken wil ze op
dinsdag maken en de derde taak op donderdag. In
haar planningsboekje ziet dat er zo uit:
Dinsdag 6 september
Bi: lz - basisstof 2, mk – opdr 4 (20 min)
Bi: lr - tekenregels (5-10 min)
Donderdag 8 september
Bi: lr - tekenregels herhalen (5 min)

Slide 15 - Slide

Stap 3
Markeer het huiswerk in je agenda zodat je weet
dat je het hebt ingepland.
Linda kleurt in haar agenda het cijfer (4) van de
regel waarvan ze het huiswerk heeft ingepland. Ze
gebruikt hiervoor een groene markeerstift.

Slide 16 - Slide

Herhaal de stappen 1 t/m 3
Linda plant op dezelfde manier haar huiswerk voor Frans en wiskunde. In haar agenda is aan de gekleurde
regelnummers te zien dat ze al het huiswerk heeft ingepland. 

Slide 17 - Slide

Maar wanneer heb je nu tijd?
Maken weekplanning

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide