Facilitair

• Studielessen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welke vloeren kun je moppen?

Welk reinigingsmiddel gebruik je om te moppen?

Hoeveel water en reiniger moet er in de rode emmer?

Hoeveel water en reiniger moet er in de blauwe emmer?

Welke materialen heb je nodig om enkelvoudig te kunnen moppen?

Wat is de juiste volgorde bij enkelvoudig moppen?

Hoe maak je de mop droog voor je deze opbergt?

Hoe berg je de mop op in de werkkast?

Wat zeg je tegen mensen die staan te praten en jij moet de gang moppen?

Je hebt net gemopt. Hoe waarschuw je mensen dat de vloer glad kan zijn? (2)

Hoe maak je de mop schoon als je klaar bent met moppen?

Wat doe je met zand of modder op de vloer als je moet moppen?

Wat maak je schoon met de rode klamvochtige doek?

Wat maak je schoon met de blauwe klamvochtige doek?

Welke kleur emmer wordt gebruikt voor de vuilere delen?

Welk reinigingsmiddel gebruik je voor sanitaironderhoud?

Hoeveel reinigingsmiddel moet in de rode en blauwe emmers voor het sanitair?

Op welke wijze voeg je de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel aan het water toe?

Waar heb je de witte handpad voor nodig?

Wat verwijder je met de witte handpad?

Noem 2 voorbeelden van beschermende kleding.

Wat is de volgorde bij het schoonmaken van sanitair?

Waarom is het zo belangrijk dat je je handen wast nadat je klaar bent met sanitaironderhoud?

Wat is de volgorde van handen wassen?

Wat doe je als er nog iemand in de sanitaire ruimte aanwezig is en jij wilt schoonmaken?

Wat zeg je als tijdens het schoonmaken iemand van het toilet gebruik wilt maken?

Hoe vaak moet je een toilet schoonmaken?

Waarom moet je het sanitairreinigingsmiddel met een straal in de toiletpot spuiten en niet sproeien?