Het Hart

Het Hart
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het Hart

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt het hart aan zuurstofrijk bloed?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Anatomie van het hart
  • Het hartweefsel (de laagjes)
  • De kransslagaders
  • De boezems, de kamers en de aansluitingen
  • De hartkleppen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vraag

Als je snel de trap oploopt, wat gebeurt er dan met je hart..?


Slide 6 - Slide

Het pompt dan zuurstofrijk bloed naar je spieren, die hebben dat hard nodig.
Het hart is zelf ook een spier.
Hartfalen 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat kan er misgaan met het hart?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Wat is hartfalen..?
Bij hartfalen pompt het hart bloed minder goed weg. 
Je organen en spieren krijgen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. 
De bloedvaten raken vol en er lekt vocht uit. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Symptomen bij hartfalen
  • Pijn op de borst
  • Beklemmend gevoel op de borst
  • Nitrolingual spray helpt niet
  • Angst
  • Onrust
  • Vegatieve verschijnselen (misselijkheid, braken, transpireren, bleekzien)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Symptomen
  • kortademigheid bij inspanning, soms ook in rust;
  • bij een vergevorderd stadium komt vaak ook ’s nachts kortademigheid voor door longoedeem.
  • oedeem in de benen;
  • koude benen en voeten door stuwing;
  • vrij vocht in de buikholte (ascites)
  • bij langdurig hartfalen is het hart vergroot, omdat het meer spierweefsel nodig heeft om zijn functie uit te kunnen voeren.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vormen van hartfalen
Bij hartfalen kan het hart niet goed samenknijpen of niet goed ontspannen. In beide gevallen pompt het hart niet genoeg bloed rond. Een combinatie van beide vormen komt ook voor. 

1. Hartspier knijpt minder goed 
2. Hartfalen met licht verminderde knijpkracht
3. Hartfalen door een stijve hartspier




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1. Hartspier knijpt minder goed
Bij deze vorm van hartfalen heeft het hart minder spierkracht. Elke hartslag pompt de linkerkamer 40% of minder van het bloed weg. De hartspier is vergroot, dunner en slapper dan normaal. Het hart vult zich goed met bloed, maar knijpt minder goed.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2. Hartfalen met licht verminderde knijpkracht
Bij deze vorm van hartfalen heeft het hart iets minder spierkracht dan normaal. Elke hartslag pompt de linkerkamer 41% tot en met 49% van het bloed weg

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

3. Hartfalen door een stijve hartspier
Bij deze vorm van hartfalen is de hartspier dikker en stijver. Het hart knijpt wel goed, maar kan zich niet goed ontspannen. Het hart vult zich minder goed met bloed. Het pompt per hartslag minder bloed uit. Het hart knijpt wel goed en pompt 50% of meer van het bloed in de linkerkamer weg. Maar het kan zich niet goed ontspannen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Behandelingen
Medicijnen
anticoagulantia om de vorming van bloedstolsels tegen te gaan, en medicijnen die de kransslagaderen verwijden.
Dotteren
Via een hartkatheterisatie wordt een ballonnetje in de vernauwde kransslagader gebracht. Vervolgens wordt dit ballonnetje opgeblazen, waardoor de vernauwing wordt opgeheven. Daarna wordt de ballon verwijderd.
Stent plaastsen
Via hartkatheterisatie. Op de plaats van de vernauwde kransslagader wordt nu een soort fijn metalen gaas ingebracht, waardoor het bloedvat openblijft.
Bypass
Dit is een grote ingreep waarbij de borstkas wordt geopend en met een ander bloedvat een omweg wordt gemaakt, om het vernauwde bloedvat heen. Dit andere bloedvat kan een oppervlakkige vene zijn uit het been
Lasertherapie
door middel van laserstralen de vernauwing in de kransslagader wordt opgeruimd.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Rechter boezem

Rechter Kamer
Linker kamer
Linker boezem
Bovenste 
holle ader
Longslagader
Longader
Aorta

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Wat zit waar?
  1. Rechter boezem
  2. Rechter kamer
  3. Linker kamer
  4. Linker boezem
  5. (Bovenste) Holle ader
  6. Longslagader
  7. Longader
  8. Aorta (Lichaamsslagader)

1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 18 - Slide

This item has no instructions