What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Entree woensdag 25 januari 2023
Woensdag 25 januari
Thema: veilig werken
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woensdag 25 januari
Thema: veilig werken
Slide 1 - Slide
Programma
Inleiding
Woordenschat
Nederlands
Rekenen
Terugblik en Feedme
Woorden in de goede zin zetten.
Presentaties loopbaan en burgerschap
De weg vinden
Slide 2 - Slide
Doelen
- Je kent de woorden uit het thema 'veilig werken';
- Je kunt presenteren voor de groep;
- Je kunt luisteren naar een routebeschrijving en een reis plannen met een reisplanner.
Slide 3 - Slide
Terugblik
- woordenschat veilig werken
- aflezen staafdiagram
- tekst lezen en vragen beantwoorden over vervoer.
Slide 4 - Slide
Feedme
Invullen van een vragenlijst over mij als docent.
- betrokkenheid
- verbetering / feedback
Link naar de vragenlijst
Slide 5 - Slide
Woorden thema 2
Beschrijven wat hygiëne inhoudt.
Woorden herkennen die met hygiëne te maken hebben.
Slide 6 - Slide
Wat betekent 'FIFO'?
A
Fast In Fast Out
B
First In First Out
C
Voetbalorganisatie
Slide 7 - Quiz
Een vervoersmiddel waarmee je iets van de ene naar de andere kant kunt plaatsen, noem je
A
Vervoer
B
Routing
C
Transportmiddel
Slide 8 - Quiz
Wat doet een BHV'er?
A
Een BHV'er helpt medewerkers en klanten in veiligheid te brengen bij nood.
B
Een BHV'er blust brandjes.
C
Een BHV'er zorgt dat alle producten op voorraad en veilig zijn.
Slide 9 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Voorschriften
B
Vluchtwegen
C
Plattegrond
Slide 10 - Quiz
Een moeilijk woord voor een bijtende stof is:
A
Conductief
B
Competatief
C
Corrosief
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste uitleg bij het woord 'welzijn'?
A
Altijd aanwezig zijn.
B
Het gevoel dat het goed met je gaat.
C
Zijn wie je bent.
Slide 12 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Voorschriften
B
Routing
C
Plattegrond
Slide 13 - Quiz
Een regel waarin staat wat of hoe je iets moet doen, noem je een:
A
Voorschrift
B
Normen
C
Afspraken
Slide 14 - Quiz
Nederlands
Loopbaan en burgerschap
Presenteren
Slide 15 - Slide
Presenteren
Slide 16 - Slide
Rekenen
Thema: vervoer
Slide 17 - Slide
Introductie
Als je ergens naartoe gaat, moet je de weg weten of zien te vinden. Je kunt een reisplanner gebruiken, of aan iemand de weg vragen.
Kies één van de twee dilemma's en leg uit waarom je die kiest.
Slide 18 - Slide
Kies één van de twee dilemma's
Door de stad lopen met een papieren plattegrond.
Een reisapp gebruiken die steeds op maximaal volume laat weten waar je heen moet en niet op stil te zetten is.
Slide 19 - Poll
Kies één van de twee dilemma's
Snel op je bestemming aankomen door een onbekende de weg te vragen.
Langer over je reis doen door zelf de route op te zoeken.
Slide 20 - Poll
Kies één van de twee dilemma's
Liegen dat je te laat bent, omdat de bus te laat kwam.
Eerlijk zeggen dat je te laat bent, omdat je moeder je niet wakker heeft gemaakt.
Slide 21 - Poll
Opgave 1
Je reist van Den Bosch naar Utrecht.
Je wilt rond 12.00 aankomen, omdat je om 12.15 met iemand op het station hebt afgesproken. Je plant je reis met een routeplanner.
Slide 22 - Slide
Welke trein moet je nemen?
Slide 23 - Open question
Wat betekent het woord 'overstappen'?
Slide 24 - Open question
Wat betekent het woord 'vertraging'?
Slide 25 - Open question
Wat betekent het woord 'omreizen'?
Slide 26 - Open question
Hoe vind jij het om een reisplanner te gebruiken?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 27 - Poll
Opgave 2
Je gaat een reis plannen van Utrecht naar Groningen.
Ga naar de website: 9292.nl
Slide 28 - Slide
Opgave 2
1. Vul bij locaties: Utrecht Centraal en Groningen in.
2. Kies bij 'datum' aankomende zaterdag
3. Kies bij 'tijd' 10.00
4. Kies bij 'type reis' voor Aankomst
5. Klik op 'plan reis'
Slide 29 - Slide
Hoe laat vertrekt de trein die jij moet nemen als je om 10.00 moet aankomen in Groningen?
Slide 30 - Open question
Vanaf welk spoor vertrekt je trein?
Slide 31 - Open question
Hoe laat kom je aan op station Groningen?
Slide 32 - Open question
Hoe vaak moet je overstappen?
Hoe weet je dat?
Slide 33 - Open question
Opgave 3
Bekijk de kaart en teken de route van de dierentuin naar het station.
Het startpunt is al gegeven.
Slide 34 - Slide
Luisteropdracht
Ik geef een instructie voor een route.
Jullie tekenen op de plattegrond de route zoals ik de instructie geef.
Klopt de route?
Slide 35 - Slide
Afsluiting
Slide 36 - Slide
Terugblik
- woordenschat veilig werken
- presentaties
- rekenen: plan een reis
Slide 37 - Slide
Periode 3
15 februari
CE lezen en luisteren nieuwe cohort
22 februari
Beginmeting rekenen nieuwe cohort
8 maart
Nederlands en rekenen
Oefenen met schrijven e-mail en rekenen met percentages.
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Entree rekenen vervoer
September 2023
- Lesson with
19 slides
Starttaal instap thema 2 Taak B: hoe kom ik daar?
September 2024
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Les 5B - de reisplanner
May 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Nederlands thema 2 taak B, de reisplanner
December 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Les de reisplanner
June 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Verwerkingsles: Dilemma's van de oorlog
April 2021
- Lesson with
26 slides
by
Discover art and heritage in Amersfoort
Geschiedenis
Basisschool
Groep 7,8
Ontdek kunst en erfgoed in Amersfoort
Verwerkingsles: Kinderen in de oorlog
March 2021
- Lesson with
26 slides
by
Discover art and heritage in Amersfoort
Geschiedenis
Basisschool
Groep 7,8
Ontdek kunst en erfgoed in Amersfoort
Maastricht
November 2023
- Lesson with
19 slides
Aardrijkskunde
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1