Uitleg over het vrouwelijk voortplantingsstelsel (paragraaf 4.2, bladzijde 16)
Opdrachten maken
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Vandaag:
Uitleg over het vrouwelijk voortplantingsstelsel (paragraaf 4.2, bladzijde 16)
Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
Hoe veranderd een jongenslichaam tijdens de puberteit?
Slide 2 - Mind map
Hoe veranderd een meisjeslichaam tijdens de puberteit?
Slide 3 - Mind map
Wat voor mentale veranderingen vinden plaats tijdens de puberteit?
Slide 4 - Mind map
Hoe is jouw leven in de afgelopen 2 jaar veranderd?
Slide 5 - Mind map
Wat gaan we leren?
Vandaag gaan we leren:
Hoe het voortplantingsstelsel er van een vrouw uit ziet.
Hoe een vrouw zwanger kan worden.
Slide 6 - Slide
Welke onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel ken je al?
Slide 7 - Mind map
Eicel en zwanger worden
Een vrouw kan in de baarmoeder een kind dragen. Deze komt hier doordat een eicel, waarvan er 1 per maand vrijkomt uit de eierstokken, bevrucht word door een zaadcel. Uiteindelijk nestelt deze zich in de baarmoederwand.
Slide 8 - Slide
Zijkant vrouwelijk voortplantingsstelsel
Slide 9 - Slide
Buitenkant
Niet het hele voortplantingsstelsel zit aan de binnenkant. Zo zit er ook veel aan de buitenkant.
Slide 10 - Slide
Eicel en zwanger worden
Een vrouw kan in de baarmoeder een kind dragen. Deze komt hier doordat een eicel, waarvan er 1 per maand vrijkomt uit de eierstokken, bevrucht word door een zaadcel. Uiteindelijk nestelt deze zich in de baarmoederwand.
Slide 11 - Slide
Rijpen van een follikel --> de ovulatie
Slide 12 - Slide
Zijkant vrouwelijk voortplantingsstelsel
Slide 13 - Slide
Wat gebeurd er als een eicel niet word bevrucht?
Een eicel leeft ongeveer 24 uur. Als deze niet in de eileider word bevrucht komt deze dood aan in de baarmoeder.
De baarmoeder heeft wel een wand, bestaande uit bloed, water en voedsel, opgebouwd waar een eventuele bevruchte eicel zich in kan nestelen. Als de eicel niet bevrucht is word deze wand afgestoten, dit het menstruatie of ongesteldheid.
Slide 14 - Slide
Wat gebeurd er als een eicel niet word bevrucht?
Een vrouw is elke maand ongesteld, dit word de menstruatiecyclus genoemd. De cyclus start en eindigt met de eerste dag van ongesteldheid. Een cyclus duurt ongeveer 28 dagen. Op ongeveer de 14e dag vind de ovulatie/eisprong plaats.
Menstruatie gaat vaak gepaard met pijn en vermoeidheid.
Slide 15 - Slide
De menstruatiecyclus
Slide 16 - Slide
Hormonen menstruatiecyclus: aangestuurd door de hypofyse
Slide 17 - Slide
Maandverband/tampons
Slide 18 - Slide
Aan de slag!
Maak alle opdrachten van paragraaf 4.2 af, de samenvatting hoeft niet, de plusopdracht wel.