This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat is een ander woord voor ROS?
Slide 20 - Open question
Een investering van € 1.200.000,- levert dit jaar een nettowinst op van € 180.000,-. Bereken de return on investment.
Slide 21 - Open question
Welk nadeel heeft de ROI als kengetal?
A
Je kunt niet vergelijken met de ROI van andere projecten.
B
De ROI houdt er geen
rekening mee dat geld in de toekomst minder waard is.
C
Niet iedereen berekent de ROI op dezelfde manier.
D
Je weet niet of je uit moet gaan van de nettowinst of van de cashflow.
Slide 22 - Quiz
Voor zijn net geïntroduceerde ventilatorpetjes moest ome Ko € 60.000,– investeren. Het eerste jaar bedraagt de omzet € 500.000,– en de nettowinst € 80.000,–. Bereken de ROS!