Werkwoordspelling verleden tijd

Welkom bij Nederlands! 
Leg alvast je schrift op tafel! 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands! 
Leg alvast je schrift op tafel! 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Uitleg verleden tijd klankvaste werkwoorden
  • UItleg verleden tijd klankveranderende werkwoorden

Slide 2 - Slide

Welke vorm MOET je altijd goed schrijven, om de rest van je werkwoordschema ook goed te kunnen schrijven?
A
Ik-vorm
B
Hij/zij/jij/het vorm
C
Wij-vorm
D
Het voltooid deelwoord

Slide 3 - Quiz

Tegenwoordige tijd
Ik, ....jij?                            Ik vorm
Hij/zij/het                        Ik vorm + t
Wij/zij                                Hele werkwoord

Ik-vorm is dus heel belangrijk. Ook straks voor de verleden tijd!

Slide 4 - Slide

Let op: ..... jij? is hetzelfde als de ik-vorm



Word jij nu echt boos?
Loop jij door de straat?
Fiets jij op het fietspad?

Slide 5 - Slide

Hoe vind je (meestal) de ik-vorm van een werkwoord?

Slide 6 - Open question

Vul het juiste woord in:
Justin (besteden) veel tijd aan voetbal.

Slide 7 - Open question

Verleden tijd klankvaste werkwoorden


Slide 8 - Slide

Eerst de ik-vorm tt, daarna de rest

Slide 9 - Slide

Welke van de volgende woorden horen bij 't ex-kofschip? Bewaren, dansen, timmeren, klappen

Slide 10 - Open question

Hij-vorm verleden tijd van spelen: Eerst de ik-vorm noteren, daarna de rest

Slide 11 - Open question

Pak je schrift, de docent noemt verschillende klankvaste werkwoorden, jij noteert de juiste vorm

Slide 12 - Slide

Klankveranderende ww
Woorden die van klank veranderen in de verleden tijd.
Bijvoorbeeld: lopen wordt liepen. 

Slide 13 - Slide

Noteer zelf 1 of meer klankveranderende werkwoorden

Slide 14 - Open question

Slide 16 - Link

boek
Opdracht 1 t/m 5 
(p.136/137)

Slide 17 - Slide